i er blijkbaar succes, want op 17 april was hij weer in de stad. Betaling Enige maanden heeft de baljuw nog dienst gedaan, maar niet in goede verstandhouding met de magistraat: 'dat hij doen soude soo sijn officie mede brochte'. Op 1 november 1612 moest de secre taris Van Gelre op last van de magistraat bepaalde processtukken bij de baljuw opeisen; deze antwoord de, dat hij zich daarover zou bera den, waartegen de secretaris volgens opdracht protesteerde. In maart 1613 blijkt de baljuw echter al langdurig afwezig te zijn en zijn dienaar ver trokken. Hij had ingezien, dat func tioneren onder normale omstandighe den niet meer mogelijk zou zijn. In januari 1613 had hij nl. al een de claratie ingediend van de 'pretense schaden ende interesten'die hij betaald wilde hebben om van het baljuwschap afstand te doen. /ny /l Deze declaratie werd met het verslag van de bespreking met de advocaat op 27 mei besproken op het stadhuis. De stukken werden ter beslissing voorgelegd aan drie commissarissen, nl. de burgemeesters Adriaen Pie- terssen van Zierikzee, Vernissius van Goes en Apollonius van Veere. Na uitspraak van deze commissie werd op 23 september 1613 aan de tre- sorier ordonnantie verleend tot het uitbetalen van de eerste termijn van de aan Jan Brauw uit te keren scha deloosstelling, namelijk 350 vis."' Als tweede en laatste termijn kreeg hij een obligatie ten laste van de stad, waarvoor de burgemeester Die- rick Hendrikse zich borg stelde. Het is (nog) niet gelukt te achter halen, hoe groot deze tweede termijn was, maar aannemende, dat die even groot was als de eerste termijn, kreeg Jan Brauw dus 700 vis.; een flink bedrag als men bedenkt, dat de stadsinkomsten per jaar niet veel meer bedroegen. De prins had e- V- -f-A- «"Cé w' Vvvy4 /I VM Betaelt den affgegaen balliu Jan Brauw de somme van drye hondert vijftich ponden grooten vlaems ende dat over seeckeren vuytspraecke gedaen bij de commissarissen gecommitteert ter decisie van de questie tusschen de stadt ende den voorseyden Brauw geresen, dus hier de voorseyde somme van 350 vlaems 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1992 | | pagina 18