en beelden fruit afgebeeld, voor
al appels en peren. Symbool van
de vruchtbaarheid en welvaart,
die men van Nehalennia verwacht
te? Of eenvoudige versiering?
Zeker is dat de vruchten bovenop
de altaren verwijzen naar de
vruchtoffers die aan de godin wer
den gebracht. Dat Nehalennia de
patrones van de zeevarenden was
wordt duidelijk door afgebeelde
scheepsonderdelen en de aanwezig
heid van de god Neptunus en ri
viergoden met dolfijnen.
Rond 270 kwam er hier een einde
aan de Romeinse heerschappij
De invallen van Germaanse stammen
sloten een tijdperk af. Ook kwam
er een grote verandering in de
loop van kreken en rivieren. Het
waterpeil steeg, de zogenaamde
Duinkerken II - transgressie, en
er brokkelde steeds meer land af.
De Nehalenniatempels verdwenen
onder zand en water. En daarmee
verdween de herinnering aan de
goede en waakzame goddelijke be
schermster van zeehandel en wel
vaart,
4. Vijf monumenten rijker
Domburg, ColijnsplaatZierikzee.
Na onze korte omzwerving door
de geschiedenis van de Nehalen
niatempels zijn we weer terug in
onze monumentenstadwaar we
hier samen feestelijk vieren dat
we weer vijf monumenten rijker
zijn geworden. We gaan ze dadelijk
bewonderen, zij het op veilige af
stand. Daarom nu een korte be
schrijving van de nieuw verwor
ven schatten.
Het eerst wordt onze aandacht ge
vraagd voor een eenvoudig votief-
altaar van blauwe, mogelijk Door-
nikse kolenkalksteen. Het fraaie
exemplaar is 68 centimeter hoog,
heeft aan de voorzijde een inscrip
tie en is alleen aan de bovenkant
versierd met een ronde offerschaal.
Vooral de inscriptie is interes
sant. Deze luidt in het Latijn
'Deae Nehalenniae Exomnius Isau-
rici filius aram posuit ex iussu',
vertaald 'Voor de godin Nehalennia
heeft Exomnius, de zoon van Isau-
ricus, dit altaar op haar bevel
opgericht.' Als kenners van
Romeinse inscripties dit lezen of
horen, gaan er belletjes rinkelen.
Kijk, kijk, Isauricus! Dat doet
denken aan Isauria, een landstreek
in Klein-Azië. Die familienaam ko
men we meer tegen en wel bij twee
dames uit de eerste helft van de
tweede eeuw, Flavia Seia Isaurica
en Plotia Servilia Isaurica. Ze wa
ren letterlijk steenrijk, want ze
bezaten in Italië steenfabrieken.
En misschien hebben we hier ook
nog een interessante familierela
tie van de dedicant Exomnius met
Caius Exomnianius Verus, die in
Domburg een altaar liet oprich
ten?^®
We gaan eerbiedig verder met onze
museale ommegang. Dan wordt ons
oog geboeid door een altaar van
bijna een meter hoog. Op het voet
stuk kunnen we nog net een paar
letters van de naam Nehalennia
lezen. Het altaar zelf bestaat uit
een nis met een beeld van de go
din op een podium, maar het dak
lijkt er afgewaaid. Dit altaar is
een van de typisch maritieme
Nehalenniamonumenten en hoort
dus helemaal thuis in ons museum.
De godin houdt namelijk de tros
van een boot vast en in de lin
kerhand heeft zij een groot
scheepsroer. Nehalennia, de go
din van handel en scheepvaart,
in optima forma.
Het volgende monument is een al
taar zonder voetstuk. Het bestaat
nu uit een nis met daarin een zit
tende Nehalennia, ook hier weer
uitgebeeld als godin van de zee
vaart. De rechterhand van de go
din steunt op een omgekeerd
scheepsroer. De godin heeft bij
zonder aardig gezelschap, zij het
7