Noten
1Voor een uitgebreide beschrijving en analyse van deze transformatie, zie mijn boek Elk vist op zijn tij.
Zutphen: Walburg Pers, 1991.
2Verslag over den staat der Nederlandschezeevisscherijen (voortaan Verslag zeevisscherijen)1861pp15-16,
mijn cursivering. Van het bestaan van vissersgilden te Yerseke is overigens nooit sprake geweest. Wel was er
in de achttiende eeuw een St.-Pieters- of vissersgildete Zierikzee.
3. Verslag Zeevisscherijen, 1863, p. 24.
4. Van Ysseldijk, 1973, p. 495.
5. Pompe van Meerdervoort, 1891, p. 47-48. Vooral de oestervisserij werd door dit probleem geplaagd (zie
Hoek, 1878, p. 390-391).
6. Verslag zeevisscherijen 1868, p. 38.
7. Zie Van E., 1866; Francois et al1868; De Bont, 1874.
8. Rijksarchief Zeeland, archief Bestuur der Visscherijen, inv.nr. 2944.
9. Geciteerd in Fokker, 1926, p. 18.
10. Verslag zeevisscherijen, 1868, p. 37. Begin 1868 werd ook de overgang van visserij naar cultuur ingeleid.
Het Bestuur der Visscherijen werd gemachtigd om aan vissers, die dat wensten, telkens voor de duur van tien
jaar plaatsen in concessie te geven om daarop oesterbankenaan te leggen. Daarvoor werden deze gronden, waar
van nature geen oesters vielen, onder de vissers verloot en tegen een gering bedrag in concessie gegeven. Zie
Van Renesse, 1930, p. 496.
11. Van Renesse 1930, p. 497
12. De Leeuw, 1886, p. 71.
13. Dorst, 1961, p. 144.
14. Verslag van den toestand der visscherijen op de Schelde en de Zeeuwsche strootnen, 1887, p. 21.
15. Uitvoerig en beredeneerd verslag van den toestand der Gemeente Yerseke, 1888.
16. Zie uitgebreider hierover: Van Ginkel, 1992.
17. Oud-archief gemeente Yerseke, dossier 1888.
18. Hoek, 1902, p. 12-16.
19. Havinga, 1932, p. 27.
Literatuur
Bont, M.J. de, 1874: 'Over de kunstmatige oestercultuur'. Tijdschrift van de NederlandscheMaatschappij ter
Bevordering van Nijverheid, 3e reeks, dl. XV, pp. 65-78.
Dorst, J.D.,1961: 'Grepen uit de geschieden is van het Bestuur der Visserijen op de Zeeuwse Stromen, Zeeuws
tijdschrift 11pp139-147.
E., Van 1866: 'De oesterteelt in de Baai van Arcachon'. Tijdschrift uitgegeven door de Nederlandsche
Maatschappij ter Bevordering van Nijverheid, 3e reeks, dl. VII, pp. 204-210.
Fokker, A.J.F., 1926: Bestuur der Visscherijen op de Schelde en de Zeeuwsche Strootnen 1825-1925Rede
uitgesproken door den voorzitter, ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan, z.p.: z.u.
Francois, J.P.A. et al., 1868: 'Verslag wegens de oestervisscherij in Nederland en de verbeteringen daarin te
brengen door kunstmatige oesterteelt'. Tijdschrift uitgegeven door de Nederlandsche Maatschappij ter
Bevordering van Nijverheid, 3e reeks, dl. X, pp. 293-306.
Ginkel, Rob van, 1991Elk vist op zijn tij. Een historisch-antropologischestudie van een Zeeuwse maritieme
gemeenschap, Yerseke 1870-1914. Zutphen: Walburg Pers.
Ginkel, Rob van, 1992: 'Een Zeeuws Sodom en Gomorra. Ontaarden, moralisten en gezag in Yerseke,
1870-1914'.Tijdschriftvoor Criminologie (ter perse).
Havinga, B., 1932: 'Austern- und Musschelkultur'. Handbuch der Seefischerei Nordeuropas, Band VII, Die
Seefischerei der westeuropaischen Lander, Heft 5. Stuttgart: E. Schweizerbart'sche Verlagsbuchhandlung,
pp. I-IV, 1-64.
Hoek, P.P.C.,1878: 'Oestercultuur in den vreemdeen bij ons'. Eigen Haard pp. 379-380; 389-392.
Hoek, P.P.C., 1902: Rapport over den oorzaken van den achteruitgang in hoedanigheid van de Zeeuwsche
oester, 's-Gravenhage: Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid.
Leeuw, F.L. de, 1886: 'Oesterteelt'. Volksalmanak van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen 1886,
pp. 59-76.
Pompe van Meerdervoort, J.W.J., 1891: Het reglement op de bevissching der Schelde en de Zeeuwsche
stroomen. Leiden: z.u.
Renesse, P.E. van, 1930: 'Oestervisscherij en oesterteelt'. Haagsch Maandblad XIV(5), pp. 492-503.
Ysseldijk, W.E.P. van, 1973: 1000jaar Yerseke. z.p.: z.u.
31