HISTORIE EN TOEKOMST VAN DE VISSERIJ IN ZEELAND
Toespraak door de heer B.W. Schot, vice-voorzitter van Zevibel
Nu al kijkt de jeugd vreerad op als je zegt dat bijvoorbeeld 70 jaar geleden de belangrijkste
reden om een vissers vereniging op te richten, was om elkaar te helpen in nood! En ook om
hulp te verlenen aan weduwen en wezen. Dat dit zo was bewijzen de statuten en notulen over
de oprichting van mijn plaatselijke vereniging te Zierikzee.
Niemand zou dat nu nog in zijn hoofd halen. Zevibel, die de belangen behartigt van bijna alle
Zeeuwse Vissers en zo een negental plaatselijke verenigingen overkoepelt, is ontstaan om na
de Tweede Wereldoorlog de zwaar getroffen Zeeuwse vloot te helpen wederopbouwen. Wij
kunnen nu zeggen dat dit niet alleen de verdienste van Zevibel geweest is, maar dat ze daar
haar steentje aan bij gedragen heeft.
Ook de strijd om een open Oosterschelde is daar een zeer goed voorbeeld van. Het is dus wel
van het grootste belang dat men gezamelijk de problemen die er op enig moment zijn te lijf
gaat.
Dat het niet altijd gemakkelijk is de verschillende sectoren van de visserij op één lijn te krijgen
spreekt voor zichzelf.
Op deze zevende Historische Studiedag met als thema: 'Visserij in Zeeland, verleden en
toekomst', waar een aantal bekende sprekers het woord zullen voeren, wil ook ik u even
meenemen in de historie.
Wij kunnen ons wel voorstellen dat zolang de mens op aarde is, er visserij geweest zal zijn.
En dat een oud gezegde: 'Opgaan, blinken en verzinken' zeker op de visserij van toepassing
is. In ieder geval verhaalt ons de Bijbel van vissers en visserij.
Dit type vaartuig, een Zeeuwse Schouw werd ook wel garnaal- of botvissertje' genoemd.
4