aan de Sint-Maartenspoort. Het Gezicht op Goes (zie Nehalennia 90, 10-11) met de afgebroken Sint- Maartenspoort was gemaakt op de plaats waar wij langs kwamen. Plotseling, middenin het betoog, kwam er een stem van boven die zei dat de brug de plaats was waar Bas nog eens een keer zijn foto verspeeld had. Het bleek de stem van Koos te zijn die boven zat. Bas vertelde dan maar de story: hij had een opname anno nu willen maken vanaf de plaats die op het Gezicht op Goes van Cornelis Pronk voorkwam. Hij had zijn foto toestel over de brugleuning gehouden en afgedrukt. Echter, hij had er niet bij stil gestaan dat hij met een polaroid camera aan het werk was waar aan de voorkant direct daarna de foto uitkwam en., in het water terechtkwam Over de Kattendijkse- of Monnikendijk rijdend kwam in de verte het eerste doel van onze reis al in zicht. De toren van Kapelle was, zij het nog wat wazig vanwege de sluierbewolking, al te zien. Langs een mooi stuk na tuurgebied kwamen we: het stroomge bied van de 'Dêê' (Deessche Water gang). Het was een instroomgeul van de stormvloed van 1134 toen deze dijk er al lag. Die geul is altijd blijven bestaan. Aan de geul hebben de mon niken van Ter Doest veel moernering gepleegd. Langs deze geul vind je dan ook uitgebreide velden met zei- as. Het zou volgens Bas, zelfs kunnen dat de moerneringssleuven onder het kerkje van Kattendijke doorlopen. Via Wemeldinge ging het over de Wemeldingse zandweg, die aangelegd is op een kreekrug, naar Kapelle. Daar aangekomen kwamen we langs drie plaatsen waar eens kastelen ge staan hebben: Maalstede, de eerste burcht van het dorp, waarvan de heren de stichters waren van het dorp, vervolgens langs de plaats van het kasteel Bruëlis. Ghistellis was de naam van het derde kasteel. Een straat in Kapelle is daar nog naar genoemd. Uiteindelijk kwamen we bij de kerk. Daar gingen we de bus uit voor het volgende programma-onderdeel: leden vergadering en bezichtiging van de kerk. In de kerk werden we, onder het genot van koffie die door de koster verzorgd werd, welkom geheten door de kerkvoogd van de Hervormde gemeen te Kapelle die speciaal is belast met het onderhoud van de kerk. Volgens ons kwijt hij zich goed van die taak want de kerk zag er prima uit. Na de welkomstwoorden en een korte uit leg over het wel en wee van de kerk, onder andere over de restauratie tus sen 1963 en 1967, volgde er een pri meur voor de Werkgroep Historie en Archeologie, want de ledenvergadering volgde in het koor van de kerk. Het was de eerste keer in de historie van de Werkgroep dat in het koor van een kerk vergaderd werd. Als aanden ken aan de kerk kreeg iedere deel nemer aan de excursie het boekje De kerk te Kapelle in de loop der eeuwen door G.J. Lepoeter. Het middagprogramma voerde ons naar de Hellenburg te Baarland. We pas seerden 's-Gravenpolder en vervolg den onze weg langs de poldertjes van de Zwake, een breed water dat dwars door Zuid-Beveland loopt. De Zwake is in kleine poldertjes ingepolderd; dat kwam doordat op sommige plaat sen de stroom erg sterk was, te sterk om grote delen tegelijk in te polderen. We reden daarbij door de bedding van de Zwake. De Dorpsstraat van Baarland, waar we inmiddels beland waren, kwam bij velen bekend voor want we zagen hetzelfde plaatje dat in Nehalennia gestaan heeft naar aanleiding van de studiedag over de dorpen in Zee land. Een mooi voorbeeld van een dorpskern die in wezen niet veran derd is ook al hebben er eigentijdse aanpassingen plaatsgehad. De kerk van Baarland die momenteel gerestau reerd wordt is een van de weinige kerken die eigendom van de Stichting Oude Zeeuwse kerken is. Vervolgens kwamen we aan het doel: de Hellen- 33

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1992 | | pagina 35