burg, bij de verkaveling toebedeeld
aan de Stichting tot behoud van cul
turele waarden in de provincie Zee
land. We werden welkom geheten door
het bestuurslid van die stichting,
de heer Bas Oele (de reisleider die
even een andere muts had opgezet)
Deze vertelde dat de restanten van
de Hellenburg worden beheerd door
de Stichting het Zeeuwse Landschap.
De bouw van de woontoren van de
Hellenburg was circa 1350 begonnen.
Het geheel werd in 145 0 uitgebreid
tot een burcht door Frederik van
Renesse. In 1477 werd de burcht ver
woest door een overstroming. Op oude
kaarten en in archiefstukken komt
de burcht na die tijd alleen nog voor
als de 'steengroeve te Baarland' het
geen duidelijk aangeeft wat men met
de restanten van de burcht heeft ge
daan. In' 1957 is men begonnen met
de opgraving van de resten, onder
leiding van dr. Renaud. In 1977 volg
de het herstel van de gevonden funda
menten. Duidelijk is nu nog te zien
dat er zoveel mogelijk geprobeerd
is om de restanten als het ware als
rui'ne te restaureren, tot net boven
het maaiveld. Ook is toen de gracht
er omheen uitgebaggerd. Nu laat men
daar de natuur zijn gang gaan. Dat
heeft tot veel rietgroei geleid in de
gracht waar zich dan weer vogels,
met name karekieten, in zijn komen
nestelen. We kregen nog even gelegen
heid om langs de restanten van de
Hellenburg te lopen. Dat werd door
velen met beide handen aangegrepen.
Het was heerlijk toeven op dat plek
je. Een oord waar een mens eens even
tot rust kan komen.
Na de bezichtiging van de Hellenburg
ging het richting HeinkenszandVia
Oudelande naar Ellewoutsdijk, waar
we gewezen werden op het fraaie
dorpskerkje, vervolgden we onze tocht.
Daarna door de Ellewoutsdijkpolder
een van de grote polders die aan de
zuidkant van Zuid-Beveland liggen.
In de buurt van Ovezande kwamen
we langs de doelen van de boogschut
tersvereniging Willem Teil. Er was
juist een schieting bezig op de
staande wip. Vanuit de bus hadden
we een aardig overzicht op de daar
zeer druk bezochte bezigheid.
De stengen, de palen met bovenin
het doel, hadden we al van wat ver
deraf gezien, We vervolgden onze
weg en kwamen door het reservaat
van het Zeeuwse landschap, het ge
bied 'De Poel' met zijn heggenland-
schap en zijn fraai natuurschoon.
Een gebied dat je volgens mij beter
met de fiets of te voet kunt 'nemen'
dan met de bus of auto. In de buurt
van Heinkenszand, gesticht op oor
spronkelijk een eiland hetgeen duide
lijk te zien was aan het omliggende
landschap, kwamem we langs, zoals
de heer Oele het noemde, 'het enige
mij nog bekende klompenfabriekje hier
in de buurt'. De produktie van dat
fabriekje gaat voor een groot deel
naar het buitenland.
In Heinkenszand werd 'De Stenge'
aangedaan om eerst nog even koffie
of thee te gebruiken alvorens naar
Landlust te wandelen en het kantoor
en het omringend bos van de 'Stich
ting Het Zeeuwse Landschap' te kun
nen gaan bekijken.
Bij dat kantoor werden we verwelkomd
door een medewerker van 'Het Zeeuwse
Landschap', de heer Chr. de Groot.
Hi, vertelde dat we aangekomen waren
in éen kleine oase in een wat turbu
lente wereld: het landgoed Landlust,
laatste deel van de bezittingen van
de familie Van Citters. Het maakte
destijds deel uit van een groter ge
heel: Landgoed Overwater. We ston
den nu voor het zogenaamde koetshuis,
thans kantoor van de 'Stichting Het
Zeeuwse Landschap'. Het landgoed
is in 1957 door de jonkvrouwe Van
Citters aan de Stichting geschonken
en door de Stichting in eigendom aan
vaard. Het koetshuis hoorde daar
op dat moment nog niet bij omdat het
nog in gebruik was bij mensen die
nog in dienst waren bij de familie
Van Citters. Na verloop van tijd kon
de Stichting het koetshuis aankopen.
Dat wil zeggen: een bouwvallig ge-
34