voor ons vaak zeer verhelderend kan zijn, a. u.b. afspraak per telefoon 01180-35656. In afwachting van reacties op onze vragen en suggesties, bij voorbaat onze dank. E.J. van den Broecke-de Man Radioprogramma 'Goed Zeeuws' In één van de wekelijkse uitzendin gen van 'Goed Zeeuws' kwam het woord Minoten ter sprake. We ontvin gen bij Omroep Zeeland een schrijven van dhr. A. Teunis (Mdb), waarin hij ons het volgende meedeelt: 'Blade rend in oude nummers van Nehalennia vind ik in aflevering 87 (lente 1992) op pag. 35 een vraag van dhr. Neijt uit Philippine naar de herkomst van het woord MINOTEN. Hij krijgt ant woord van dhr. Steijns: handschoenen zonder vingertoppen. Die verklaring zal wel correct zijn, want veel aan het Frans ontleende woorden onder gaan een betekenistransformatie als ze in het dialect opduiken. Dat het woord een verbastering zou zijn van "mains nudes" lijkt me echter goed bedoelde onzin. "Mains nudes" is te slecht Frans om voor verbaste - ring in aanmerking te komen. MINOTEN is een verbastering van het Franse MENOTTE, dat handboeien betekent. In onze Franse tijd had iedere douanier een paar "menottes" in zijn achterzak, net als elke moder ne "flic" dat nog heeft. Etymologisch heeft "menotte" natuurlijk met "main" te maken, maar het is een woord, dat al in de vijftiende eeuw voorkomt. De relatie met "main" blijkt uit het feit dat een Franse moeder van van daag vertederd over de "jolies menot tes" van haar baby kan praten. Mij schiet een modern chanson te binnen met het volgende couplet: "Petite mendigote, je prends ta menotte Je cherche ta main. Je sens ta poitrine et ta taille fine, J'oublie mon chagrin." In "mendigote" (bedelares) komt u "main" ook tegen, maar dat is een "Kosewort" dat aan het "Parigot", het plat Parijs is ontleend. "Menotte" wordt nog dagelijks ge bruikt.' Luisteraars belden op en zongen spon taan wiege- en knieliedjes voor ons. Vele zijn terug te vinden in de bun del Kinderversjes en volksliederen uit Zeeland, uitgegeven door de Zeeuw sche Vereeniging voor Dialectonder zoek t.g.v. haar 50-jarig jubileum 1929-1979. Mevr. Wattel-De Later (Srk) zong voor ons onderstaand wiegelied, dat haar ouders voor haar zongen en dat zij op haar beurt aan de wieg van kinderen en kleinkinderen ten gehore bracht Di liep 'n lammetje in 't bos die stootte zich an 'n 'outje dat deej 'm zo zêêr an z'n boutje. Lae, lae lammetje, lae lae, klein lammetje, lae. Di liep 'n lammetje in 't bos die stootte zich an 'n stêêntje dat dee 'm zo zêêr an z'n bêêntje. Lae, lae lammetje, lae la,', klein lammetje, lae. Leven op het platteland Nehalennia 90 blz. 44: bij de tekening van dhr. P. Labruyère over de schuur merkt dhr. M.J. Geuze (Ha) op: 'De achterkant van een Zuid-Bevelandse schuur ziet er totaal anders uit. Er zijn (waren) een groot aantal deuren aan de mestput-kant. Men mestte niet met de kruiwagen, maar men gooide de mest met een "griep" naar buiten, of trok ze naar buiten met een "mis- aek". Hierna werd de mest verder gegooid of met de "misaek" verder getrokken. Een "mispitein" aan de kant van de mestputstraat heb ik nooit gezien. Hij schrijft verder: 'Het woord "stêênpit" kennen we hier niet.' Hij vraagt zich af, of hier de welle mee wordt bedoeld. 44

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1992 | | pagina 46