I" -
Opnamen gemaokl ca. 7925 van de boomgaarden van het productiebedrijf
streeks 1918 vonden meer dan 100
mannen en vrouwen werk in de fa-
riek, terwijl daarnaast nog enkele
tientallen meisjes en jongens werk
vonden in het onderhoud van door
de fabriek in eigen beheer geteelde
groenten. Op de gronden die in de
wijde omtrek van de fabriek gelegen
waren, werd behalve groenteteelt ook
de teelt van bessen, pruimen, ker
sen, appels en peren uitgeoefend.
Een groot gedeelte van de geteelde
produkten werd in de fabriek ver
werkt tot jam. Een naam die zowel
aan de fabriek als aan het proauk-
tiebedrijf werd gegeven.
Ondanks het feit dat de fabriek voor
een flinke werkgelegenheid zorgde,
had ze op het gebied van wat we
thans het milieu noemen een slechte
naam. De sloten rondom de gebouwen
waren ten gevolge van het afvalwater
sterk vervuild. Soms was de stank
werkelijk ondraaglijk. Verschillende
malen is hiertegen een gerechtelijke
procedure gevoerd; tot stillegging
van de fabriek is het evenwel nooit
gekomen, evenmin zijn van de zijde
van de fabriek maatregelen genomen
om de stankoverlast te voorkomen.
Nog tot in de jaren dertig is de fa
briek in werking gebleven. De grote
crisis is er de oorzaak van geweest
dat ze haar poorten moest sluiten.
De bijbehorende boomgaarden werden
verpacht aan de verschillende be
drijfsleiders. In en kort na de
Wieden van snijselderie ca. 1915
Tweede Wereldoorlog werden de mees
te gebouwen gesloopt. In het restant
heeft zich in de jaren vijftig een
nieuwe conservenfabriek gevestigd,
geleid door de zoons van de voorma
lige directeur. Na een aanvankelijk
voorspoedige bloei is evenwel ook
deze fabriek ter ziele gegaan. Nu
worden enkele nog van de oude fa
briek afkomstige, en ook later nog
gebouwde fabriekshallen gebruikt
voor opslag van caravans en is in
een gedeelte een garagebedrijf ge
vestigd.
1 9