KAURISCHELPJES ALS BETAALMIDDEL BIJ DE SLAVENHANDEL
door
Doeke Roos
Dit is een verhaal over een fraai en vriendelijk uitziend schelpje dat een rol
speelde bij een uiterst macabere handel, namelijk de handel in mensen. Het is
triest te moeten opmerken dat de betrokkenheid van de Zeelanders bij deze
handel niet gering is geweest. Tropische kaurischelpjes worden nog altijd op
de Zeeuwse stranden gevonden en nu nog slechts gebruikt bij het zogenaamde
'keutjesspel'Hier verder geen aandacht voor dit schelpje gebruikt bij dit
spel, maar allereerst voor de rol die het speelde als betaalmiddel bij de handel
in slaven op de westkust van Afrika.
Een samenspel tussen VOC en WIC
Kaurischelpjes dus, door de
Engelsen cowry's genoemd, door de
Zeeuwen boesjes, afkomstig van het
Portugese buzio (schelpje). Ook ho
ren we wel de benaming 'keutjes' en
wie het schelpje kent begrijpt waar
om door de kleur en de vorm heeft
het - met enige fantasie - iets weg
van een biggetje, een keutje dus.
De buitenkant van het huisje van dit
porseleinslakje (ook wel kieuwslak
je genoemd; Cypraea moneta en C.
annalus) ziet er glanzend uit omdat
de mantel van de slak over de
schelp is geslagen.
De schelpjes werden al ver voor de
komst van de Zeeuwen en Hollanders
in Oost-Indië in grote hoeveelheden
gevonden op de kusten rond de
Indische Oceaan. Op de Maladiven
echter - een eilandengroep in de
Indische Oceaan even bewesten de
zuidpunt van India - had men ze min
of meer voor het opscheppen.
De bevolking van deze eilanden viste
de schelpjes. Door samengebonden
palmbladeren in zee te werpen, waar
op de weekdiertjes zich verzamelden.
Daarna werden deze weer opgevist
en de schelpjes verzameld. De bewo
ners van de kusten van deze oceaan
en later ook de Portugezen gebruik
ten ze als betaalmiddel in dit ge
bied, maar ook op de westkust van
Afrika.
De Nederlanders ontdekten kort na
hun komst in deze wateren en de op-
Kaurischeipjes; het erbij geplaatste
stuivertic geeft een idee van de ge
ringe omvang van het schelpje.
richting van de Verenigde Oostin-
dische Compagnie (VOC) in 1602, de
waarde van dit schelpje. Pas na de
oprichting van de Westindische Com
pagnie (WIC) in 1621 en het op gang
komen van de handel in zwarte slaven,
na 1630, werd de belangstelling nog
maals vergroot. Duidelijk is dat de
kauri's een belangrijke rol speelden
bij voornamelijk de handel in slaven.
Toen door de WIC een gedeelte van
de kust van Brazilië was bezet en
het Portugese slavenfort Elmina op
de westkust van Afrika in 1637 was
veroverd, werd door de bestuurders
van de VOC besloten de schelpjes
in groten getale naar de thuishaven
in de Republiek te verschepen om
ze aldaar weer te verkopen aan de
WIC. Beide handelscompagnieën, waar
in de Zeeuwen in niet geringe mate
10