Doet hij dat niet, dan kan zelfs onge
dierte op de bank kruipen2".
Een voortreffelijk gastheer
Tijdens het bezoek van Koning Willem
III aan Zeeland in 1862 biedt de Jonge
van Ellemeet de koning en zijn gezel
schap op 25 mei een prachtige ontvangst
aan op Over duin. Het moet een luis
terrijke gebeurtenis geweest zijn,
waar nog lang over gesproken werd.
Ook tijdens het twaalfde Taal- en let
terkundig congres van de Maatschappij
der Nederlandsche letterkunde, dat
in 1872 in Zeeland wordt gehouden,
laat hij zich als een goed gastheer
kennen. Hij is gekozen tot voorzitter
van het congres en ontvangt 6 septem
ber een groot aantal kunstenaars en
geleerden op Overduin. Hendrik Con-
Buitenplaats Overduinca. 1810.
science dankt de gastheer in een toe
spraak met de woorden: 'De eerste
dag was mooi, de tweede schoon, de
derde heerlijk, maar deze, de vierde,
is overheerlijk.
De Jonge van Ellemeet ontvangt veel
gasten. Dat hij belangrijke relaties
heeft blijkt onder andere uit een
'vriendschappelijk' briefje van 9 juli
1852: de Commissaris des Konings,
Van Vredenburch, hoopt welkom te
zijn op Overduin met de Prins van
Oranje, Casembroot en Heemskerk.
De gasten willen graag iets gebruiken
ten huize van de familie De Jonge,
en zullen daarna een bezoek aan Veere
brengen2*
Gefortuneerd verzamelaar
Willem Cornells Mary de Jonge van
Ellemeet is een zeer rijk man Uit
de sinds 185 0 jaarlijks gepubliceer
de lijst van verkiesbaren voor de Eer
ste Kamer der Staten-Generaal, samen
gesteld uit de hoogst aangeslagenen
in de 'Rijks Directe Belastingen',
blijkt hij van 1850 tot 1860 de rijk
ste man in Zeeland te zijn. Daarna
staat hij jaren op de tweede plaats
en vanaf 1878 is hij nummer vier22.
Een deel van zijn vermogen besteedt
hij aan een verzameling van ruim ne
genhonderd schilderijen, vele van
beroemde kunstenaars; in 1890 wordt
O O
de collectie te koop aangeboden*10
De Jonge van Ellemeet bezit ook een
enorme hoeveelheid geschriften van
en over Jacob Cats, een verzameling
die hij zelf beschrijft in een boekje
Museum Catsianum, dat in 1870 wordt
gedrukt en waarop nog aanvullingen
volgen2^. In 1877 schenkt hij de hele
collectie 'Cats' aan de Maatschappij
der Nederlandsche letterkunde te
Leiden; als dank benoemt men hem
tot erelid in 1888, vlak voor zijn
over lij den.
Verder heeft De Jonge een verzameling
agaven die wel één der volledigste
van Europa genoemd is2"*. In de Zeeuwse
Bibliotheek is een catalogus van de
collectie aanwezig, waarop vermeld
staat dat de planten bij opbod zul
len worden verkocht op Overduin,
om negen uur 's morgens, 22 septem
ber 1873. Notaris L.L. Woutersen uit
Middelburg zal de verkoop leiden;
maar in het archief van genoemde
notaris is geen enkel gegeven over
7