polder, de Anna Frisopolder, de
Willempolder en de Sophiapolder, ge
zworene van de Frederikspolder en
lid van de Provinciale Commissie van
Landbouw. (Een 'heer van' is eige
naar, een 'heer in' mede-eigenaar
van een ambachtsheerlijkheid.)
In 17V9, dus 32 jaar oud, huwt hij
de 16 jaar oudere weduwe Geertruida
Maria Paardekooper (1731-1813), vrou
we in Tolseinde, Capelle, Biezelinge
en Eversdijk, Cats, Geersdijk en
Wissenkerke, en Emelisse. Eerder
was zij gehuwd met Jacob Nebbens
(1721-1776), heer in Capelle, Bieze
linge en Eversdijk, die secretaris in
Colijnsplaat en Wissenkerke was ge
weest, rentmeester van de Domeinen
van de Prins van Oranje over Zuid
en Noord-Beveland en dijkgraaf van
de Frederikspolder.
Uit dit eerste huwelijk bracht
Geertruida Maria 5 kinderen mee.^
Indeling
De bouwtekening en het schilderij
laten de volgende details van het huis
zien. Het front toonde het klassiek
18de-eeuws model. De voordeur gaf
toegang tot een ruime gang met mar
meren vloer, gesierd met sterfiguren.
Deze liep door naar de achterkant
van het huis, waar een tweede buiten
deur was. Links voor bevond zich
de eetkamer. De wanden droegen fraai
gemodelleerde messing friezen, waaraan
op linnen wandschilderingen hingen.
De fraaie vogels in een parklandschap
zouden zijn vervaardigd door de Wis-
senkerkse schilder Cornelis Zwigtman
(1781-1866). De 'vogelkamer' was de
trots van het huis. Rechts bevond
zich de niet dagelijks gebruikte
ontvangkamer. (Hier bevond zich de
piano, waarop de echtgenote van W.J.
Vader, Paulina C. Kolff (1844-1932)
placht te spelen.) Hierachter lag de
huiskamer met open haard, die bij
kil weer goede diensten bewees. Links
achter was de keuken. Deze had een
lage uitpandige bijkeuken, waar ge
reedschappen voor schoonmaak e.d.
waren opgesteld. De voorkamers (zuid
zijde) hadden houten luiken, die 's
winters werden weggenomen. Het on
derste deel hiervan kon worden opge
klapt, waardoor de kamer meer licht
kon krijgen en men desgewenst ook
naar buiten kon zien. Rechts had
het huis een lage bij vleugel, drie
kamers achter elkaar. De middelste
was het 'kantoor' waar zakelijke ge
sprekken, o.a. met pachters werden
gevoerd. Aan de voorzijde hiervan
lag de wachtkamer; achter een doorloop-
vertrek naar het uitpandige closet.
Links voor naast de eetkamer bevond
zich een tweede uitpandig closet.
De trap naast de keuken leidde naar
een dwarse overloop, die de eerste
verdieping verdeelde in drie voor-
en drie achterkamers. Links voor twee
slaapkamers, rechts de mangelkamer.
Achter een logeerkamer in het midden,
geflankeerd door twee dienstbodenka
mers. De tussenwanden van de boven
kamers waren van hout - vroeger
algemeen gebruikelijk bij buitenhui
zen. De zolder boven de eerste ver
dieping had een vorm, die bepaald
was door de dakconstructie: elke kant
van het huis had een zadeldak. Alle
vier samen omsloten een rechthoekige
bak, waarin het regenwater werd op
gevangen. Dat liep af naar een ge
metselde kelder, die zich naast de
keuken onder trap en gang bevond.
Het keukenaanrecht was twee hand
pompen rijk om het water uit de kel
der op te pompen. Het structureel
tekort aan drinkwater in de zomer
was oorzaak van deze vernuftige water
voorziening.
De voorzijde van het huis zag uit
op bos en vijver. Van een theehuis,
door pachterszoon G.E. de Jonge in
zijn jeugd benut als speelvertrek,
is een foto bewaard gebleven. Het
was geheel door bos omringd. Een
tweede theehuis - de 'Turkentent' -
waarin meerdere gedichten van J.J.
L. ten Kate waren opgehangen, zag
uit op de Kamperlandse polder.
Een derde theehuis, door W.J. Vader
het meest gebruikt, zag uit op de
grote vijver. Een vierde lag aan de
zuidelijke bosrand, waar ook de drie
ha grote weide was gelegen met daar
in een kleine ronde vijver.
In Apollo 100 Jaar Muziekvereniging4
(over het blaasorkest van Wissenkerke)
5