zijde van de dijk bevonden zich een
ruime groentetuin en boomgaard. Hier
begon ook de 'Boschdreef' die Sorg-
wijek met de Boomdijk verbond. Via
dreef en Boomdijk liepen de burge
meesters Vader over eigen grond naar
Wissenkerke, aldus de overlevering.
Op heel korte afstand ten noorden
van het huis bevonden zich de boer
derij met de bakkeet. Deze bestaan
nog, en worden 's zomers verhuurd
aan toeristen. Nog goed is te zien
hoe de westelijke helft is aange
bouwd aan een oostelijke, die oor
spronkelijk dienst deed als woning
van een schaapherder. Op het terrein
ten westen hiervan stond het koets
huis, met daarnaast een tweede moes
tuin met wat vruchtbomen. Ten noorden
daarvan lag de schuur en het tot huis
van de pachter omgebouwde wagen
huis, die nog bestaan. De drie gro
tere kassen voor bloemen en fruit
en één kleinere zijn verdwenen. Zo
ook een tweede kleiner koetshuis met
de daurnaast gelegen arbeiderswoning.
Aangezien het huis vanaf 1818 tot
de afbraak in 1953—'54 in bezit is ge
weest van de familie Vader, moeten
wij nu iets over de geschiedenis
hiervan vertellen.
Fortuin
In 1761 werd de staatsgezinde Pieter
Vader (1734-1800), zoon van de
schout-secretaris van Schoorl (Noord-
Holland), 'gedropt' als schout-secre
taris in Kortgene naast een prinsge
zinde baljuw. Dit werd bewerkt door
de administrateurs van de bezittingen
van Willem Adriaan Nassau de Lek,
heer o.a. van Odijk en Kortgene,
die een omvangrijk bezit had op Noord-
Beveland, vroeger üranjebezit. Deze
van Prins Maurits afstammende familie
was namelijk staats- resp. patriot
tisch gezind, evenals de administra
teurs. Eén van hen, Cornelis van
Foreest (17561825), heer van
Schoorl was in 1787 zelfs betrok
ken bij de aanhouding van Prinses
Wilhelmina bij Goejanverwellesluis
Pieters oudste zoon, Abraham (1770-
1854), was de opvolger van zijn vader
in Kortgene èn notaris; zijn jongste
zoon, Willem Lodewijk (1775-1849),
verhuisde naar Wissenkerke, waar
hij ontvanger werd van de directe
belastingen, in- en uitvoerrechten
voor Kortgene, Kats en Wissenkerke,
maire, schout, burgemeester, gemeen
tesecretaris, dijkgraaf van de Wissen
kerke-, Jacoba- en Kamperlandse pol
der en heer in Geersdijk en Wissen
kerke. In de Napoleontische tijd heeft
hij een groot fortuin opgebouwd waar
toe een optimaal gebruik van de hausse
in meekrap en vlas in die dagen (uni
formen!) zal hebben bijgedragen; als
ook het mede-inpolderen van de Soe-
lekerkepolder in 1818.® Volgens Van
IJsseldijk^ was hij in 1848 de hoogst
aangeslagene in 's Rijks directe be
lastingen in Zeeland en dus ook in
dat opzicht een waardig opvolger van
Swemer. Ook W.L. Vader heeft Sorg-
wijck gebruikt als zomerverblijf,
's Winters woonde hij in de Voor
straat in Wissenkerke in twee naast
elkaar gelegen huizen; het grootste
diende als woning, het kleinste als
kantoor. Beide zijn omstreeks 1917
afgebroken
Nadat hij en zijn vrouw, Johanna
Elizabeth van Voorst, waren overle
den - resp. in 1849 en 1852 - kwam
Sorgwijck aan zijn oudste, ongehuwde
dochter Catharina Johanna ('Cateau',
1803-1886). A.M. Kramer, die een
grote kennis heeft van de geschie
denis van Wissenkerke, meent, dat
zij er permanent heeft gewoond; zij
zou in haar huis aan de Voorstraat
bang voor spoken zijn geweest. Haar
zuster Maria Antonetta (1804-1887)
voegde zich bij haar na het overlij
den van haar man dr. H.J. Keijl
(1793-1870), huisarts te Wissenkerke.
De beide zusters hebben volgens
Kramer veel gasten ontvangen. Ze
waren bevriend met o.a. J.J.L. ten
Kate, predikant, tevens vermaard
dichter van Middelburg. Hun eerbied
voor dominees zou zover zijn gegaan
dat zij voor hen een apart closet ter
beschikking hadden gesteld.
Na de dood van Cateau verviel het
huis aan haar broer - zevende kind
van W.L. Vader - Jacobus Hendrik
Lodewijk Vader (1810-1892), heer van
's-Gravenpolder en 's-Heer Janspol
der en in Geersdijk en Wissenkerke,
7