ex-burgemeester van Wissenkerke, die na zijn aftreden in 1873 was ver huisd naar Den Haag, Javastraat 42. Sorgwijck werd dus weer zomerverblijf. Voor Wissenkerke is Jacobus van grote betekenis geweest. Onder zijn burge meesterschap (1853-1873) is de ge meente getransformeerd van 'welhaast middeleeuws' tot modern. De eerste verharde (grind)wegen kwamen, de eerste bestrating met 'klinkert-mop- pen'de eerste straatverlichting, een moderne brandweer, het eerste riool, een nieuw uurwerk voor de toren; het kerkhof kreeg zijn fraai smeed ijzeren hek en werd uitgebreid, het lager onderwijs werd geheel gemoder- iseerd, het gemeentehuis gekocht. De verwaarloosde aanlegkade en haven van Kamperland werden overgenomen van de ambachtsheren van Oud Cam- pen. Jacobus was gemeenteontvanger voor hij burgemeester werd; secreta ris van 1838 tot 1873 dijkgraaf van de Frederiks- en Kamperlandse polder, ontvangergriffier van 13 polders"; rentmeester van de ambachtsheerlijkheid Geersdijk en Wissenkerke, strandvonder van Colijnsplaatontvanger der subsi- diën van het polderarrondissement Noord-Beveland, plaatsvervangend kantonrechter in Kortgene en lid van het College van Toezicht op het huis van bewaring aldaar, voorzitter van de Zeeuwsche Landbouw Mij. afdeling Noord-Bevelandpresident-kerkvoogd van de Hervormde Kerk te Wissenker ke. Bij zijn zilveren bruiloft schonk hij daaraan doop- en avondmaalszilver Kerkelijk en burgerlijk armbestuur werden gescheiden, en de vele armen kregen aandacht middels zorgvuldig aan de omstandigheden aangepaste uitkeringen, meestal in natura.® Na zijn overlijden werd zijn enige zoon Willem Johannes Vader van 's- Gravenpolder (1839-1916) eigenaar van Sorgwijck. Ook hij was burgemees ter geweest van Wissenkerke 1873 1894), waarna hij verhuisde naar de Haagse woning die zijn vader had nagelaten. Hij had een landbouwkun dige opleiding gehad, bemoeide zich intens met de verbouw van graan en andere produkten, niet altijd tot vreugde van de pachters; hij was uiterst conservatief, zodat kunstmest soms 's nachts werd uitgereden om aan het kritisch oog van de meester te ontsnappen. Toen zijn vrouw, Paulina Cornelia Kolff (1844-1932) overleed was mr. Dirk Herbert Arnold van Voorst Vader (1897-1951), de erfgenaam van Sorg wijck. Dirk was kleinzoon van Jacobus' oudste broer; zijn moeder was een zuster van Paulina C. Vader- Kolff. Hij was advocaat in Den Haag. Als hij Sorgwijck bezocht logeerde hij bij aannemer Van Hee, die op trad als zaakgelastigde. Bos, tuin en oranjerie werden wel goed onder houden. Groente werd geregeld inge scheept naar Den Haag. Maar de be woning van Sorgwijck was voorbij. Na twee kinderloze eigenaars verviel het huis in 1951 aan de eveneens kinderloze jongste broer: llenri Johan van Voorst Vader 1886— 1957). Deze was ambteloos burger te Hilversum. Hij zag geen bestemming meer voor een buitenplaats op een zo afgelegen eiland. Blijkbaar had hij geen vermoeden dat nog geen tien jaar later dit isolement was opgehe ven, waardoor Sorgwijck slechts zo'n 20 minuten autorijden van Middelburg zou hebben gelegen. Het huis had veel geleden van de inkwartiering van de Duitse troepen, zodat kostbaar herstel nodig was. Noch de gemeente, noch de provincie zagen een bestemming of waren tot herstel bereid. Huis en bos werden verkocht aan pachter G.E. de Jonge, die mij vertelde het huis in de jaren 1953—'54 geleidelijk te hebben ufgebroken. Alles wat nog rest is de ondergrondse waterkelder! De vijver is gedempt; het bos geredu ceerd tot een slechts 4 ha groot po- pulierenbos, dat van alle vroegere grandeur is verstoken. Sic transit gloria mundi. Souvenirs Sorgwijck moge vergaan zijn, een aan tal souvenirs bleef in de familie be waard. Met familie bedoel ik de af stammelingen van mr. P.J. van Voorst Vader, rechter te Goes, de oudste zoon van het echtpaar Vader-van 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1993 | | pagina 14