van het onderzoek naar de woorden schat van de Vlaamse dialecten wordt overal ingezien. Aan de hand van een tiental voorbeelden uit de nieuwe aflevering, kon de onderzoeker Itycke- boer de aanwezigen in de zaal ook van dit belang overtuigen. Een voor- lichtingskraam in de zaal, waar aan vullende informatie te bekijken was, werd door talrijke aanwezigen bezocht. Ook de sfeervolle lichtbeelden die te zien waren op twee grote televi sieschermen in de zaal, waren illu stratief voor dit onderwerp. Tot slot voerde prof. dr. Joh. Tael- deman het woord. Hij is net als Ryckeboer afkomstig uit een grens gebied van de Vlaamse dialecten. Taeldeman stond uitvoerig stil bij de financiële kant van dit project, waar aan de beide Vlaamse provincies en Zeeland hun bijdrage blijven leveren. Ook zag hij mogelijkheden nu de na tionale overheid financiële steun zou kunnen geven. Niet alleen het belang van het WVD, maar ook de beide zus terprojecten in Limburg en Brabant kwamen aan de orde. Taeldeman stel de dat het onmogelijk is de ge schiedenis van een taal te schrij ven zonder dat daarvoor de dialecten uitvoerig zijn beschreven. 'Het is duidelijk dat de Vlaamse dialectwoor denschat een bijzonder belangrijke bouwsteen is in de continuïteit van onze woordenschat,1 betoogde de Gentse hoogleraar. 'Als we dit alle maal moeten onderzoeken, dan moeten we snel zijn, want de dialecten zijn op stervens na dood. Het wordt heel moeilijk bij de oorspronkelijke be volking de woordenschat op te vra gen. Als het nu niet gedaan wordt, dan krijgen we nooit meer de gele genheid die woordenschat op te vra gen, want die woordenschat is niet tastbaar en verdwijnt met de dia lectsprekers in het graf.' Taeldeman trok de vergelijking met de musea, waarin allerlei tastbare realiteiten uit vroegere perioden aanwezig zijn. Een woordenschat is daar niet te vin den. Uitgezonderd dan die van Het Rund deel I, en vroegere afleverin gen van het WVD. Tenslotte bedankte hij alle aanwezi gen voor hun belangstelling, in het bijzonder de provincievertegenwoor digers voor hun morele en financiële inspanningen. Een bijzonder woord van dank sprak hij tot drs. W.T. van Gelder, randstedeling van afkomst, maar nu naar de grens van zijn pro vincie gereisd om het eerste deel van deze aflevering in ontvangst te mo gen nemen. De organisatie van deze geslaagde avond was in handen van drs. J.A. J.A. van Aspert, cultureel mede werker van de Provincie Zeeland. R.W. Mededelingen van het onderzoeks- secretariaat Onzerzijds is steeds getracht, zo vlug mogelijk te reageren op vragen en opmerkingen van Vereenigingsle- den. Brieven en briefjes ontvangen we meestal samen met de ingevulde vragenlijst en vaak op het aller laatst d.w.z. nog juist vóór de 15e van de volgende maand. De kopij voor elk nummer moet ook vóór de 15e in geleverd zijn, maar wij kregen al tijd -zo nodig- één a twee weken res pijt, opdat we de binnengekomen on derwerpen met ons commentaar meteen in Nehalennia aan de mede-leden kon den voorleggen. Nu hebben we van de redactie te verstaan gekregen, dat dit praktisch niet meer mogelijk is en dus alle kopij voor de 15e van de volgende maand daar aanwezig moet zijn. Mogen we nu onze inzenders vriendelijk maar dringend verzoeken, de ingevulde lijst, die van brieven of briefjes vergezeld wordt, één a twee weken vóór de 15e te posten? Hoe eerder binnen op het onderzoeks- secretariaathoe meer kans op 'tijdi ge behandeling'. Onze vragen We hebben nog altijd geen antwoord op de vraag: wie weet, wat de letter lijke betekenis is van berus? Op Flakkee kent men: Je ziet er uut as 'n bosje berus: slordig, verwaaid. In Zierikzee werd over 'n vervelend mens gezegd: Pa's 'n bosje berus. 30

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1993 | | pagina 36