profiteerden zowel de Romeinen als de bufferstaten zelf: de Frisii (Noord-
Nederland), Chauci (Noord-Duitsland) Chatti, Hermunduri, Naristi
(Centraal-Duitsland)Marcomani (Zuid-Duitsland) Quadi (Moravië) en
Iazyges (Midden-Donau)
Rond het midden van de 2de eeuw, meer bepaald ten tijde van de regeren
de keizer Antoninus Pius (138-161), kwam echter in het vrije Germanië een
ontwikkeling op gang, die pas zou eindigen met ondergang van Rome.
Interne spanningen in de Germaanse wereld als gevolg van migraties van
stammen in Scandinavië en de Baltische zee, zouden reeds onder zijn
opvolger Marcus Aurelius (161-180) leiden tot een rechtstreekse
confrontatie tussen het Romeinse leger en Germaanse invallers.
De ongeregeldheden aan de Donau werden het meest au sérieux genomen,
gezien de nabijheid van Italië en... Rome. Hier nam de keizer, aanvanke
lijk samen met medekeizer Lucius Verus (161-169), zelf de teugels in han
den. Voor het terugslaan van de invallers in het noordwesten van het Rijk
moest de keizer, die zijn handen vol had aan de Donau, een beroep doen
op de plaatselijke legerleiding. De eerste moeilijkheden in het noordwesten
werden veroorzaakt door de Chatti, die tussen 165 en 167 de Rijn oversta
ken en Germania Superior binnenvielen. Ze werden er opgevangen door
Legio XII Primigenia, gestationeerd in Mogontiacum (Mainz) en teruggedre
ven tot over de Rijn. De legatus of bevelvoerend officier van dit legioen
was, u'raadt het al: Didius Iulianus.
Wie was Didius Iulianus?
Marcus Didius Severus Iulianus was afkomstig uit een Milanese senatorenfa
milie. Als militair strateeg stond hij in de gunst van de regerende keizer
Marcus Aurelius. Naast zijn schitterende burgerlijke en militaire carrière
heeft hij het, gelukkig voor de moderne geschiedschrijving en archeologie,
ook tot keizer gebracht. Zijn kortstondige regering (28 maart - 1 juni 193)
moet gesitueerd worden in de strijd om de macht bij de overgang van de
dynastie van de Antonijnen naar die van de Severi. Zijn twee maanden
keizerschap leverden hem echter een Vita of levensbeschrijving op, die via
de Historia Augusta werd overgeleverd.
Zo vernemen we dat hem, onder meer als beloning voor zijn optreden tegen
de Chatti in 165-167, enkele jaren later het gouverneurschap wordt toege
kend van de provincie Gallia Belgica, zoals gezegd een senatoriale provin
cie, waar geen troepen gelegerd waren en waar trouwens geen rechtstreek
se invallen te verwachten waren. Zijn zetel was nog niet warm of de Chau
ci stonden voor de deur.
De datum van de invallen van de Chauci
De invallen in Belgica van de Chauci, die op een sublieme manier de Rijn
verdediging waren ontweken en zelfs de Romeinse vloot hadden verschalkt,
hebben ongetwijfeld paniek veroorzaakt te Rome. Maar weer klaarde Didius
Iuüanus de klus, zoals de passage uit de Vita Didii Iuliani vermeldt, ech
ter niet nadat een groot gedeelte van Noord-Gallië was geplunderd en ver
woest zoals archeologisch onderzoek aantoont.
Zoals de tekst zegt gebeurde dit tijdens het gouverneurschap van Didius
Iulianus in Belgica.
In de cursus honorum van Didius Iulianus wordt de post van gouverneur
(legatus Augusti propraetore) van de provincie Gallia Belgica vrij algemeen
gedateerd in de jaren 172-174 na Chr. In sommige werken wordt ook de
24