een 40-jarige vrouw met een lichaamslengte van 1,66 m. Het bijzondere was
dat de kist uit hergebruikt hout van een boot los in elkaar was gezet en
dat de kist niet ingegraven was geweest, maar opgesteld was op het oude
maaiveld. De wal was er vervolgens overheen opgeworpen. De losse
zijwanden van de kist werden tan de zuidzijde op zijn plaats gehouden
door twee houten paaltjes en aan de noordzijde door een stapel plaggen.
Dit was goed te zien na verwijdering van de kist. Het eikenhout kon den-
drochronologisch worden gedateerd. De jongste jaarring was uit het jaar
825. Aangezien het spinthout ontbrak moet daar 8 tot 24 jaar bij worden
geteld om aan de kapdatum te komen. Houden we rekening met eventueel
nog ontbrekende jaarringen en het feit dat het hout hergebruikt is, dan
komen we al spoedig in het derde kwart van de 9de eeuw terecht voor de
begraving en dus ook voor het opwerpen van de wal.
Vrijdag 26 maart j.l. zat ik in Amersfoort achter mijn bureau toen ik om
één uur 's middags werd gebeld door de zeer attente A. Meeuwse van de
gemeente Domburg. In de bouwput voor de kelder annex het zwembad van
het nieuwe Badhotel zag hij toch duidelijk de wal van de burcht van Dom
burg! Dit terwijl ik donderdagmiddag nog bij hoog en bij laag van het
bouwbedrijf te horen had gekregen dat op zijn vroegst pas maandag
begonnen zou worden met het uitgraven van de bouwput. Dit is dus één
van de haast klassieke voorbeelden waarbij men archeologen maar lastig
vindt. Dankzij de heer Meeuwse is het allemaal goed gekomen. Om drie uur
stond ik in de bouwput en tot donker toe is er samen met de toevallig op
het Depot aanwezige archeoloog Jongepier hard gewerkt. Ook de volgende
maandag is na werktijd, ditmaal samen met Henk Hendrikse van het Depot
zo te werk gegaan. Het uiteindelijk resultaat was een serie bodemprofielen
waarin tussen een woud van heipalen de binnenzijde van de wal opnieuw
goed kon worden bestudeerd. Het beeld is inmiddels bekend. Fraaie
zandige duinplaggen met een mantel van klei(plaggen) ter versteviging er
bovenop. De bouwput was te klein om ook de buitenzijde van de wal te
ontsluiten. In de 11de eeuw is de wal door mensenhand genivelleerd en
heeft plaats gemaakt voor bewoningEen aantal kuilen en een dikke
woonlaag - dezelfde woonlaag die we in 1987 hadden waargenomen - legden
daar getuigenis vanaf. Zo kon dus door een samenloop van omstandigheden
voor het derde achtereenvolgende jaar de wal van de Vroeg-Middeleeuwse
burcht van Domburg met zijn spectaculaire diameter van 265 meter aan een
onderzoek worden onderworpen. Zeeland is daarmee definitief een
cultuurhistorisch monument van de eerste orde rijker geworden. Voorts is
komen vast te staan dat het er alle schijn van heeft dat de Zeeuwse
burchten in een korte periode in de tweede helft van de 9de eeuw zijn
opgericht. En bij deze vaststelling wil ik het vanmiddag laten en u danken
voor de aandacht.
Provinciaal archeoloog van Zeeland
Noten
1. Er is afgezien van noten. Een lijst van verspreide verslagen van de archeologische
onderzoekingen volgt hierna.
literatuur
Verslagen van het archeologisch onderzoek met de betrekking tot de Zeeuwse ringwalburchten
over de periode 1986 tot mei 1993
1986
Domburg-Badhotel, in: 'Archeologische kroniek van Zeeland over 1986', Zeeuws Tijdschrift 37
(1987) nr.5, 188-190.
Domburg-Badhotel, in: Jaarverslag Rijksdienst voor liet Oudheidkundig Bodemonderzoek 1986,
36