Fig. 7. Ceramiek uit York, gevonden te Aardenburq Gedurende de late 14de en vooral 15de eeuw kende het volwaardig steen goed overal zijn definitieve doorbraak. De eerste productiecentra zijn Siegburg en Langerwehe, later gevolgd door Raeren, Köln, Frechen en andere plaatsen. Import van steengoed uit Beauvais speelde nauwelijks een rol. Tijdens de late 14de en 15de eeuw kenden te Brugge en Damme ook andere importen succes: het Iberische gewoon aardewerk en vooral de Spaanse lusterwaar, waarbij de eerste categorie ongetwijfeld werd ingevoerd als container voor andere goederen. De hoeveelheid van deze Iberische ceramiek is steeds klein, maar komt meestal voor op sites met een zekere klasse. Op deze mannier kunnen ze beschouwd worden als luxe importen. Tot zover de algemene trends betreffende de verspreiding van importaar dewerk in de Zwinstreek en in heel Vlaanderen. Wanneer dit patroon een afwijking vertoont qua hoeveelheid, of wanneer andere importen voorkomen, dient er een andere interpretatie voorgesteld te worden. Het eerste geval - een afwijkende hoeveelheid - kan worden geillustreerd door het volgende voorbeeld. Te Sluis leverde één site meer dan 200 scherven Valenciaanse lusterwaar op, te dateren in het midden van de 15de eeuw. Voor deze grote hoeveelheid importaardewerk werd tot nog toe geen verklaring gevonden. Wellicht kan er gedacht worden aan de aanwezigheid van handelaars gespecialiseerd in de import van Spaanse lusterwaar. Gegevens uit de geschreven bronnen die aanvullende informatie zouden kunnen verschaffen, ontbreken. Het andere geval - wanneer een grotere variatie aan importen voorkomt - kan worden geillustreerd aan de hand van de vondsten uit de Brugse voorhavens. Te Damme, Monnikerede, Hoeke, Sluis en ook te Aardenburg 44

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1993 | | pagina 46