ander jaartal is gevonden op diverse lakenloodjes uit Leiden. Ze dragen
het jaartal 1635. Op grond van deze jaartallen wordt de ondergang van
het schip voorlopig gedateerd op circa 1635-1640.^
Het onderzoek op het Scheurrak is van geheel andere orde. Na een korte
verkenning in 1986 werd besloten het wrak geheel op te graven. Anders
dan in het Molengat staat hier de scheepsconstructie centraal. Aardewerk
en andere gebruiksartikelen hadden aangetoond, dat het schip uit het
laatste kwart van de zestiende eeuw moest stammen. Dat is een tijd waar
uit weinig bekend is over scheepsconstructies. Ofschoon dit schip in
stukken uit elkaar ligt, is het archeologisch gezien vrij compleet. We
vinden de totale scheepsbodem, de stuurboordzijde compleet tot en met de
verschansing en delen van bakboordzijde en dekken. Als lading treffen
we graan uit de Oostzee, diverse leeftocht voor de bemanning en heel wat
scheepsuitrusting. Enkele leuke vondsten zijn een kist met timmer
mansgereedschap, een kistje zeilmakersgerei en een trompet met inscriptie
en datum: gemaakt in Genua in 1589.
Op het Molengat wordt de wijze van documenteren geheel bepaald door het
goede zicht en de beperkte mogelijkheid tot duiken. Wat dat betreft zijn
Afb. 3. Het principe van driezijdenmetingDe afstand tussen twee vaste
meetpunten is bekend en vormt één van de drie zijden.
58