en 12). Ze vertonen een zeer grote diversiteit aan vormen, vallen op door nun soms grote afmetingen en door hun soms duidelijk beeld. Mogelijk zijn sommige van deze sites in de nieuwe tijden als legerplaats aangelegd of omgevormd", maar naar onze mening zal het merendeel van deze sites toch tot de late Middeleeuwen opklimmen. Het is interessant te noteren dat in sommige gevallen de relatie tot een dijk, een verdwenen percelering of zelfs een veenvaartje kan worden opgemerkt. Ook stellen wij dikwijls vast dat de site met walgracht in zijn geheel er soms sterk anders uitziet dan wat op het eerste gezicht zou blijken: luchtfotografie kan soms onbekende restanten van deze sites met walgracht tonen. Tenslotte zijn in het noorden van de provincies Oost- en West-Vlaanderen evenals in Zeeland regelmatig kleine forten met hun typisch stervormig patroon opgemerkt. Het fortje Olieschans is hier een sprekend voorbeeld van (fig. 13). In sommige gevallen kunnen deze fortjes worden gerelateerd tot één of ander fort op een kaart, maar in vele gevallen was de precieze localisatie van de site onbekend. Luchtfotografische prospectie heeft ze weer boven gehaald. Besluit De enkele snel aangehaalde voorbeelden illustreren voldoende de continuï teit in de luchtfotografische problematiek van Zeeland, ten opzichte van Oost- en West-Vlaanderen. Enkele eigen kenmerken (de grote sites met walgracht b.v.) maken de studie van dit gebied des te interessanter. Toch moet hier worden benadrukt dat voor het poldergebied in het algemeen en voor Zeeland in het bijzonder, de sporen van archeologische sites meestal slechts bij uitzondering zichtbaar zijn. De woelige geschiedenis van de Zeeuwse bodem, met o.a. overstromingen, heeft veelal de leesbaarheid van de archeologische sporen verminderd. Toch menen wij hier voldoende te hebben aangetoond dat ook in Zeeland luchtfotografische prospectie nieuw licht kan werpen op onze kennis van het verleden. Noten *Vakgroep Archeologie en Oude Geschiedenis van Europa Universiteit Gent, Blandijnberg 2, B-9000 Gent. 1 Voor een uitbebreide literatuur verwijzen wij naar J. Bviurgeois J. Semey, 'Kijken over dijken. Luchtfotografische verkenning in de Vier Ambachten'in: A.M.J. de Kraker, H. van Royen M. de Smet (red.), Over de Vier Ambachten (Kloosterzande 1993). Zie ook J. Vanmoerkerke, J. Semey J. Bourgeois, 'Archeologie en Luchtfotografie in Binnen- Vlaanderen. Meer dan 15 jaar onderzoek', in: VOBOV-Info, 38-40, 1990, pp. 7-14. 2 H.W. van Klaveren, 'Proefboringen op een aantal archeologische objecten in zuidwestelijk Zeeuws-Vlaanderen, uitgevoerd eind 1989 in opdracht van R.M. van Heeringen, provinciaal archeoloog', Middelburg, september 1990, n.p. 3 Voor meer details verwijzen we naar L. Bauters, J. Bourgeois, P. de Meester G. de Mul der, 'De metaaltijden in de provincie Oost-VlaanderenEen blik op 25 jaar onderzoek', in: VQBOV-Info, 38-40, 1990, pp. 38-54; J. Bourgeois, J.Semey J. Vanmoerkerke, Ursel. Rapport provisoire des fouilles 1986-1987. Tombelle de l'age du bronze et monuments avec nécropole de l'age du fer (Gent, 1989; Scholae Archaeologicae, 11). 4 H. Thoen N. Vandermoere, The Roman fortified Site at Maldegem (East Flanders). 1984 Excavation Report. Gent, 1985 Scholae Archaeologicae, 2); H. Thoen N. Vandermoere, The Roman fortified Site at Maldegam (East Flanders). 1985 Excavation Report. Gent, 1986 (^Scholae Archaeologicae, 6); H. Thoen, The Roman fortified Site ?-t Maldegem. 1986 Excava tion Report. (Gent, 1988; Scholae Archaeologicae, 9). 5 Van Klaveren, op. cit. 6 J. Bourgeois J. Rommelaere, 'Bijdrage tot de kennis van het Meetjesland in de metaaltijden. De opgravingen te Ursel (1985-1989) en Aalter (1989-1990)', in: Appeltjes van het Meetjesland. Jaarboek van het Heemkundig Genootschap Meetjesland, 42, 1991 pp. 59-88. 7 J. Bourgeois L G. de Mulder, 'Een grafheuvel uit de bronstijd en prehistorische percelerin- gen. Opgravingen 1990 op de Kouter te Vosselare', in Het land van Nevele, 23, afl. 4, 1992, pp. 245-266. 8 Van Klaveren, op. cit. 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1993 | | pagina 18