werd gebruikt voor verbetering van wegen en dijken. Incidentele bevol- kingspieken deden zich voor in de periode van kanaal- en sluiswerken (1867-1871) en de vestiging van de Fokker-fabriek (1921-1926). Hoe de bevolkingscijfers van Veere zich verhouden tot andere steden is onderzocht door Van der Woude. Hij geeft voor de jaren 1525, 1675, 1750 en 1795 overzichten van de steden naar grootteklassen.7 Slechts in het overzicht van 1795 wordt Veere ver meld. In de overige jaren wordt de stad niet genoemd. Toch had Veere in 1525 en 1675 makkelijk een plaatsje kunnen krijgen tussen de steden met 2500 5000 inwoners. In 1795 staat Veere (met inbegrip van Zanddijk- binnen) op de 72ste plaats in de 'stedenranglijst' met 1860 inwoners, tussen Eindhoven (1959 inw.) en Enschede (1835 inw.). Dat dit juist twee plaatsen zijn die in de Industri ële Revolutie uit hun voegen sprongen illustreert des te beter de situatie van Veere. De grote lijnen zijn bekend. Het wachten is nu op studies naar gezins samenstelling, beroepsverdeling, ge talsverhoudingen naar godsdienst, nationaliteit, welstand, geslacht en leeftijd. Deze speurtocht door de Veerse ar chieven zal mogelijk voor de lezers reeds een aantal antwoorden op de in de inleiding gestelde vragen heb ben opgeleverd. Of de dode stad Veere wel zo uniek was als de 19de-eeuwse schrijvers het ons laten geloven is discutabel. In het hele land trokken inwoners weg uit de plattelandssteden om hun heil te zoeken in de industrieplaat sen. De eertijds welvarende steden langs de Zuiderzee deelden hetzelfde lot als Veere. Het opvallende aan Veere was het feit dat rond 1880 het Arsenaal en de Grote Kerk als enorme lege kolossen in het niets stonden. Nog steeds is het de kerk die als een UFO lijkt te zijn neergedaald in een slaperig dorp. Al schrijvend wordt deze historische verhandeling een 'science-fiction'-verhaal. Stap in de tijdmachine die Veere heet: Loop door de straten en bedenk dat de stad eens 4000 inwoners telde: steenrijke families in stadspaleisjes aan de Markt, Oudestraat, Kaai of Wijngaardstraat; emigranten uit Vlaanderen, Hessen, Portugal; maar ook 'schamele luijden' die een onder dak vonden in de 'gelijdkens' van de aanbouw van de Montfoortse Toren of woonden op de 'missinck', de mestvaalt tussen Kerkstaat en Oudestraat. Laat de verbeelding spre ken, de wandeling kan alleen leuker worden Noten 1. 'Van de oude koopstad aan het Veersche Gat', ca. 1890 (Gemeentearchief Veere (GAV), docu- entatiecollectie (doco), inv.nr. 256); Pol de Mont, 'Ter Veere 7-14 augustus 1898' (GAV, doco, inv.nr. 255); Bertus Aafjes, 'Kroniek van een dood stadje', in: De wereld is een wonder (Amsterdam 1959). 2. A.M. van der Woude, 'Demografische ontwik kelingen van de Noordelijke Nederlanden 1500- 1800', in AGN 5 (Haarlem 1980), 102 -160; A.J.Schuurman, Historische demografie: be- volkings- en gezinsgeschiedenis (Cahiers voor lokale en regionale geschiedenis 5; Zutphen 1991). 3. B.H. Slicher van Bath, 'Demografische ont wikkelingen tijdens de Republiek", in: Vader- lands Verleden in Veelvoud, deel 1, 16e- 18e eeuw (Den Haag 1980). 4. Van der Woude, 162. 5. Deze opgave van de Veerse gemeentearchiva ris L.E. de Brakke wordt genoemd in het artikel van II.C.M. Ghijsen, 'Uit de brieven van mijn vader Carolus Mattheus Ghijsen, tijdens zijn verblijf te Veere (1867-1873)', Archief Zeeuwsch Genootschap der Wetenschap pen, 1964, 30-99. 6. J.P. Sigmond, Nederlandse zeehavens tussen 1500 en 1800 (Amsterdam 1989), 30~HT. 7. Van der Woude, 136-139. 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1993 | | pagina 12