DEMOGRAFIE VAN EEN DODE STAD
Bronnen voor het onderzoek naar de bevolkingsontwikkeling van de stad
Veere vanaf 1470.
Peter Blom
Inleiding
'Geheel vervallen is Vere; vroeger
was 't een rijke handelsplaats, maar
nu is het een dode stad,' leerden
enkele generaties schoolkinderen uit
Props atlas van Nederland en de over
zeese rijksdelen. 'Veere' en 'dode
stad' schijnen haast synoniem. De
omschrijving die Kramers woordenboek
voor het begrip 'dode stad' geeft
luidt dan ook 'vroeger welvarend,
nu zonder handel of industrie, b.v.
Veere'
Een journalist aan het eind van de
19de eeuw beweerde dat Veere 'van
de doode steden in ons land de meest
doode was'. 'Zo dood, zo lijkdood als
Veere zag ik geen stad,' schreef Pol
de Mont in 1898. In 1959 schetste
Bertus Aafjes in de Kroniek van een
dood stadje het opgaan, blinken en
verzinken van Veere.
Juist deze doodsheid, in tegenstelling
tot de veronderstelde grote rijkdom
in de Middeleeuwen, maakte en maakt
Veere tot een fenomeen. Gidsen kun
nen de verbazing van de argeloze
toerist tot grote hoogte brengen door
te verhalen dat Veere ooit 5000 in
woners telde maar dat heden ten dage
nog geen 500 personen binnen de ves
ting wonen. De oplettende beschou
wers zullen hiermee niet tevreden
zijn. Mogelijk zullen zij zich afvra
gen: waar woonden deze duizenden;
hoe is de ontwikkeling geweest; waar
om is het zover gekomen?
De beantwoording van deze vragen
kan slechts geschieden na het ver
richten van demografisch onderzoek.
Welke bronnen gebruikt kunnen worden
en welke moeilijkheden hierbij een
rol spelen zijn onder meer beschre
ven in de studies van Van der Woudc
en Schuurman. In het Veerse gemeen
tearchief is genoeg materiaal voor
handen dat kan dienen voor dit onder
zoek. Helaas is dit tot nu toe nooit
gebruikt, zodat de bevolkingscijfers
van Veere in de literatuur ontbreken.
De omvang van de bevolking
Grondgebied
Het onderzochte gebied is de stad
Veere binnen de vesting. Door de
vergroting van de vesting in de loop
der eeuwen is dit een rekbRar begrip.
Omstreeks 1358 zou de stad zijn om
muurd. Aan het eind van de lfide
eeuw volgde uitbreiding met vijf bas
tions. Tussen 1810 en 1813 werden
nieuwe plannen gemaakt en uitgevoerd;
rond de stad werd een nieuw gebasti-
oneerd tracé aangelegd. Alhoewel dit
een verdubbeling betekende van het
grondgebied van de oude stad had
het vrijwel geen invloed op de be
volkingstoename op lange termijn.
Vóór 1550 is het stratenpatroon bin
nen de stadsmuren voltooid (afbeel
ding l). Hoe de ontwikkeling hiervan
geweest is, is nooit onderzocht. In
1470 wordt het vroegst bekende bevol
kingsregister opgesteld. Deze zoge
naamde 'wake-indoling' verdeelt de
stad in zestien verschillende buur
ten. Opmerkelijk is dat voor één
buurt met de benaming 'het stic' geen
bewoners zijn ingevuld. Het gaat hier
om het stuk land ten oosten van de
Rijkendijk. In de volgende dertig jaar
verrijzen hier straten als de Koren
markt, de Vismarkt, het Groeneveld
en de Nieuwstraat. Bij de Sint Felix-
vloed van 1530 worden een aantal gaten
in de zeemuur geslagen: het Zwarte
Gat en het Duivelsgat. Namen die
men naderhand als woonplaatsaandui
ding gebruikt.
Voor de landpoorten van Veere was
in de loop der eeuwen bebouwing ont
staan. Zo lagen in de 16de eeuw langs
de weg tussen Zanddijk en Veere een
2