kei zijn deze bevolkingsconcentraties,
evenals de 19de- en 20ste-eeuwse ge
biedsuitbreidingen, buiten beschou
wing gelaten.
Bronnen voor deinogrufisch onderzoek
Voor demografisch onderzoek over
de laatste 21)0 juar kunnen redelijk
uniforme bronnen, zoals volkstellin
gen, worden gebruikt. Daarentegen
heeft men voor de studie naar do demo
grafische ontwikkelingen tussen 1500
en 1800 te maken met indirecte bronnen,
liet gaat hier om een diversiteit aan
materiaal. Dit kan voor Nederland
bestaan uit bronnen van schriftelijke
en niet-sehriftelijke aard. Tot de
laatste behoren b.v. skeletten en de
overblijfselen van menselijke bewo
ning.
Onderverdeling van schriftelijke bron
nen kan worden gemaakt naar fiscale
aard: b.v. kohieren op familiegeld
en haardstedetellingenkerkelijke
aard: b.v. doop-, trouw-, begraaf-
(DTB-) en lidmatenregistersof mili
taire aard: lijsten van weerbare man
nen, plattegronden en inkwartierings
lij sten.
Voor de bepaling van het inwonertal
van Veere kan men gebruik maken
van het bronnenmateriaal dat hierbo
ven genoemd wordt. Belangrijke uit
zondering vormen de in 1940 verbrande
DTB-registers.
Sommige bronnen vermelden slechts
hot huizenaantal. Om hiervan het aan
tal inwoners af te leiden wordt ge
bruik gemaakt van een coëfficiënt.
Ten gevolge van een verschillende
waardering hiervan kunnen aanzien
lijke verschillen in de schattingen
van het bevolkingsaantal optreden.
Indien bekend is dat er 500 huizen
waren, wordt het een groot onder
scheid als het aantal personen per
huis op vier, zes of tien wordt ge
schat.
Deze coëfficiënten vertonen regiona
le verschillen. Zo bedroeg de gemid
delde gezinsgrootte in de 18de eeuw
in Overijssel 5,3; op de Veluwe 4,5;
in Friesland 3,8.^ In de steden Delft
en Leiden bedroeg dit in 1749 3,47
en 3,62.'' Uit bewerking' van het ko
hier van de liberale gift is geble
ken dat in 1748 een gemiddeld Veers
huishouden uit 3,85 personen bestond
(tabel 1). Bekend is dat deze cijfers
in de tijd niet gelijk blijven: in de
17de eeuw waren de huishoudens groter
dan in de 18de eeuw. De grootte van
de huishoudens in het Noorderkwar
tier in de 16de eeuw schatte Van de
Woude zelfs op 5 tot 5,5 personen.
Een bijkomend probleem is dat in een
aantal bronnen geen precies huizen
aantal wordt gegeven. Het komt voor
dut huizen in eigendom van de kerk
of stad niet in belastingkohieren wer
den opgenomen. Hetzelfde geldt voor
de woningen van armen. Gebleken
is dat 'schamele luiden' in de 17de
eeuw onderdak vonden in du nissen
van de stadsmuur. De torens van
de Zandijkse poort en de cisterne
werden eveneens bewoond.
Tabel 1: gemiddelde personele samen
stelling van huishoudens in de stad
Veere, 1748.
gezinshoofden 1,78
kinderen 1,54
totaal gezin 3,32
inwonende:
verwanten 0,25
personeel en overig027
totaal inwonenden _?'5.3
totaal huishoudens 3,85
bron: GAV, Archief stad Veere, kohier
van de liberale gift, 1748.
Hieronder zullen een aantal bronnen
welke te gebruiken zijn bij het demo
grafisch onderzoek worden behandeld.
Waar mogelijk zullen deze bronnen
worden gebruikt om schattingen te
maken van het inwonerstal van Veere.
Poortersboeken en wakc-indeling
De reeds genoemde 'wake-indeling'
is de eerste bevolkingsregistratie.
Deze lijst bevat de namen van 519
mannen en vrouwen verdeeld over
zestien 'waken'. Deze bewoners kre
gen de taak om een gedeelte van de
stadsmuur te be'waken'. Waarschijn-
4