Dit jaar werd vier dagen gegraven en wel van 27-30 augustus. Valkenisse In juni kwam een door de Stichting Regionale Geschiedschrijving Zeeland in 1987 geïnitieerde studie naar be kende en nog niet bekende vliedber gen in het gebied van de Westwate ring, grotendeels samenvallend met de huidige gemeente Valkenisse en een deel van de gemeente Vlissingen, gereed. De studie draagt de titel: 'Den block daer 't werf instont...: een historisch-geografisch onderzoek naar de werven of vliedbergen in de Westwatering van Walcheren' en is uitgevoerd en geschreven door M. de Harde en M. Kooiman. Het doel van het onderzoek was aan de hand van zogenaamde overlopers, 16de- en 17de-eeuwse registers voor de be rekening van de polderlasteneen overzicht te maken van de daarin ver melde vliedbergen in de Westwatering en deze te lokaliseren op een moderne topografische ondergrond. Onder de vijfentwintig 'werven', zeven 'molen bergen' en drie 'hillen' die in de overlopers vermeld stonden, bevonden zich negen tot nu toe onbekende wer ven, zes onbekende molenbergen en twee onbekende hillen. Over de vraag of onder de molenwerven werven in de zin van mottekastelen schuil gaan, kan op grond van het onderzoeksmate riaal geen uitspraak worden gedaan. Veere 1. Op 20 december werd tijdens ver bouwingswerkzaamheden in de kelder van een pand aan de Kapellestraat een bruine 'Keulse pot' met munten gevonden. De muntschat bestond uit 115 Zeeuwse dukaten en één 1/4 Zeeuwse dukaat. Voor zover viel te achterhalen dateren de munten uit de periode 1680-1792. 2. Op 5 december 1991 en 31 maart 1992 werd een kort onderzoek inge steld naar een waarschijnlijk uit de 17de eeuw daterend riool dat tijdens het bouwrijp maken van een terrein tussen het Smidswegje en de Poort straat te Serooskerke te voorschijn was gekomen. Een en ander gebeurde op verzoek van wethouder W.J. San- derse van de gemeente Veere. Moge lijk behoort het riool tot de buiten plaats 'Noordlust', naar gemeentear chivaris P. Blom ons meedeelde. Er werden ook oudere, 15de-eeuwse spo ren van bebouwing aangetroffen die echter door de geringe ruimte die nog voor onderzoek beschikbaar was niet verder konden worden onder zocht. Het onderzoek werd uitgevoerd door 11. Hendrikse en B. Oele (PDB). Westersehouwen Gedurende een aantal weekenden in de herfst werd onder leiding van ROB- correspondent F. Beekman uit Zierik- zee in samenwerking met de RGD in de persoon van dr. L. van de Valk, leden van de AWN-afdelingen Zeeland en Den Haag, en de ROB een onderzoek uitgevoerd in de duinen van de Weste- i-enban en Het Zeepe in de kop van Schouwen. Doel van het onderzoek was aan de hand van archeologiea het tijdstip en de voortgang van de overstuiving van het gebied in de bate Middeleeuwen nader te dateren. Op 10 en 11 oktober en op 14 novem ber werden vijf diepe stuifketels on derzocht in de Westerenban en het Zeepe. In de Westerenban betrof het van noord naar zuid de stuifkuilen: ileeënpit, Akkertje en Weggetje. In Het Zeepe, eveneens van noord naar zuid: Poelslakdal en Keuteldal. Een dal langs de zuidelijke rand van het zweefvliegterruineen dal ten oosten van Nieuw-Haamstede bij de manege Maire en vier dalen in de oostelijke uitlopers van de Verklikkerduinen ten noorden van camping Duinhoeve op 17 oktober werden verkend. De dalen in de Westerenban werden door Provinciale Waterstaat (J. Beij- ersbergen ingemeten. De vele kilo grammen aardewerk worden bewerkt door de AWN, afdeling Den Haag. Het aardewerk dateert uit de Vroege Uzortijd en uit de 10de eeuw en la ter. Als voorlopig eerste resultaat kan gelden dat het er alle schijn van heeft dat de bewoning in de vroege Ijzertijd en de Middeleeuwen op de zelfde bodem heeft plaatsgevonden in een derhalve stabiel Oud-Duinland- 24

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1993 | | pagina 26