het gebruik ervan als noodkerk. Een voorwaarde was wel dat er vanwege het brandgevaar geen vuur voor de verlichting gebruikt mocht worden. De laatste kerkdienst te Bath had plaats op X maart 1891. De 'nieuwe' kerk werd ingewijd door ds. Wielinga van Kruiningen op 27 september 1891. Het college besloot om in de 'nieuwe' kerk een gedenksteen te plaatsen. De kosten van die gedenksteen bedroegen vijfenveertig gulden. De leden van het college spraken af dit zelf te be talen. Per persoon kwam het neer op een bedrag van 4,10.^ Ken kerk in Bath Het was te verwachten dut een aantal lidmaten uit de kerk zou treden bij het overbrengen van de kerk. In de vergadering van 26 februari 1891 werd een aangetekend schrijven behandeld waarin 32 lidmaten, waarvan vijf woon achtig te ltillund en de overige te Bath, te kennen gaven hun lidmaatschap op te zeggen. De uitgetreden Bathsena- ren stichtten hun eigen gemeente: de vrije evangelische gemeente en bleven rustig, tot op de dug van vandaag, in hun kleine maar karakteristieke kerkje te Bath hun godsdienstoefenin gen houden. Besluit Pogingen om ook de pastorie over te plaatsen mislukten. Pas in 1902 werd er bij de kerk een pastorie gebouwd. In datzelfde jaar vond de bevestiging en intrede plaats van J.C. Fontein als predikant van de Hervormde gemeen te Ililland-BathHet indertijd aange voerde argument dat bij overplaatsing van de kerk het voor een predikant aantrekkelijker zou zijn om een beroep aan te nemen bleek niet steekhoudend te zijn. Men zou zich kunnen afvragen of het bouwen van de pastorie op Ril land niet van doorslaggevende beteke nis is geweest voor een predikant om het uitgebrachte beroep aan te nemen. Hoewel het kerkgebouw overgebracht werd met de nodige aanpassingen bleef er veel onderhoud nodig. In de jaren twintig van deze eeuw besloot men dan ook een nieuwe kerk te bouwen. In 1928 kwam dit (huidige) gebouw gereed Zo moesten de Bathsenaren het toch afleggen tegen de Rillandse meerder heid. Nog op de dag van vandaag kun nen inwoners van Bath hun Rillandse streekgenoten de mond snoeren met 'Jullie moeten je mond houden want jullie hebben de kerk gestolen' of nog erger: nadat in 1992 het doop- en a- vondmaalszilver uit de kerk gestolen was merkte een Bathsenaar van de derde generatie op: 'Zie ie wel, ge stolen goed gedijt niet!'2" De overgebrachte Her vormde kerk met de in 1902 gebouwde pastorie Kerk €n pastorie 33

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1993 | | pagina 35