ment waard. Met dit overzicht van activiteiten op dialectgebied in Zeeuws-Vlaanderen nemen we deze keer afscheid van het jaar 1993. Goede feestdagen en een succesvol dialectjaar 1994 R.W. Mededelingen van het onderzoeksse- cretariaat Al dadelijk na het verschijnen van nr. 96 van Nehalennia kwamen heel wat ingevulde vragenlijsten binnen, ook enige met commentaar. Dokter A.H. van Dijk (Vs) schreef: 'Tot de schilderachtige figuren die in mijn jeugd de Vlissingse Boulevard stoffeerden behoorde Keesje de Vlie ger. Hij was tussen, zeg maar 1930 en '35, vaak te vinden op de bankjes op Boulevard de Ruyter bij de Leuge naar en de Gevangentoren. Een oud gerimpeld mannetje, sap strepen in beide mondhoeken van het pruimen, slecht geschoren. Hij droeg een vettig zwart pak dat wel wat op een loodsenuniform kon lijken. Een grote zwarte loodsenpet met in gouden let ters op de band geborduurd: VLIEGER. Die pet zou hij eens bij wijze van grap hebben gekregen. Een vlieger is de naam van een man, die tegen een kleine fooi de tas of bagage van de loods naar huis brengt, als hij weer aan wal is. Dit is een signaal aan het thuisfront, bijna niemand had nog telefoon. De loods kon dan in de soos nog rustig een pilsje of neut je pakken. Ik vermoed dat hij vroe ger ook de loodsen thuis porde, als ze aan de rol waren, aan de beurt waren, maar dat heb ik nooit beves tigd gekregen. Zowel het Nederlandse loodswezen in Vlissingen en het Belgische kenden deze functie en de naamDesondanks ben ik deze beteke nis van het woord vlieger in geen enkel Nederlands of Vlaams woorden boek tegen gekomen, zelfs niet in de meest uitgebreide. Vandaar dat ik er zo op ben gesteld, dat vlieger in het Zeeuws Woordenboek wordt opgenomen. Keesje de Vlieger, die in werkelijkheid Cornelis Buys heet te, had in Vlissingen niet zo'n bes te naam. Hij was betrapt als Kuiten- prikker, in die tijd even ernstig als nu aanranden. Vandaar dat ik hem nooit op een foto of ansichtkaart van de Boulevard ben tegengekomen. Ik meen ooit een glimp van hem te heb ben opgevangen in een oude loodsen- film. Ook komt hij, en zijn functie, niet voor in het dikke gedenkboek van het Loodswezen, een omissie want iedereen kende hem. Tijdens de oor log moest hij naar Brabant evacueren en is daar op vreemde bodem gestor ven en begraven. Hij is kennelijk vergeten, maar als ik er over spreek, weet iedere oudere Vlissinger wie ik bedoel. Vlieger in het ZWD zou dus een absolute primeur zijn en aldus voor het nageslacht vastgelegd. De naam Vlieger komt in Zeeland heel vaak voor. Is die naam op deze func tie terug te voeren?' Tot zover dhr. Van Dijk. En wij vragen ons verbaasd af: waarom heeft de voor onze Vereeniging altijd zo actie ve oud-medewerker bij het loodswezen J. Roose ons nooit over die functie verteld? Koudekerke wordt meteen opgebeld. Dhr. Roose herinnert zich Keesje de Vlieger nog goed, maar dat was de benaming van een bepaal de figuur; 'de vlieger' was geen functie, volgens hem. Er volgden meer gesprekken, tussen beide heren onder ling en met ons, waarna dokter Van Dijk tot de conclusie kwam, dat Kees je de Vlieger in functie was in de periode 1930—'35toen dhr. Roose nog niet bij het loodswezen was. Hij wil nu nog enkele oudere oud- loodsen raadplegen. Intussen ziet hij zijn schrijven graag in zijn geheel overgenomen in Nehalennia, omdat hij zeker van zijn zaak is, en op re acties hoopt, evenals wij. Ons oud-bestuurslid dierenarts Wag ner (Sah), zocht in ons WZD tever geefs naar het dialect-werkwoord ofsténe. Hie kan nie ofsténe: niet beslissen, kiezen uit een paar moge lijkheden. Dat is er dan ook niet in te vinden. Dhr. Wagner zegt: 'Soms vind je een woord niet, omdat de uit spraak/spelling niet vast staat. B.v. wij zeggen fêêk, als we 't vloedmerk 38

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1993 | | pagina 40