divertissement lijkt te liggen, werd in de vragenlijst door niemend be vestigd. Er doen zich nog verschillende pro blemen voor, waarvan die overgang van t naar d nog de minste is, want dat doet zich in de Zeeuwse dialec ten wel meer voor, maar hoe verhou den zich de Zeeuwse woorden tot de Franse en hoe zit het met de wisse ling van -ie en -je? De vormen divendêêre(n)diverdêê- re(n) gaan terug op het Franse ww divertir; met een Nederlands voor voegsel ver- werden verdivendêê- re(n), verdiverdêêre(n)verdiven- têêre(n) gevormd (vergelijk verac corderen, verassurerenverenueren) bij verdiverzêêre(n) kan de gedachte aan divers een rol gespeeld hebben. De woorden divendaosie- je zijn af geleid van het werkwoord met een aan het Frans ontleend achtervoeg sel -age, maar dive(r)tissie doet denken aan permissie, bij permitte ren. Tenslotte is er nog de kwestie van de uitgang -aosie, naast -aosje. Het WZD geeft onder het trefwoord -je (-sje) aan dat het de uitgang is van aan de Romaanse talen (Frans en Latijn) ontleende woorden op -ie: fidutie enfiduusje, natie en naosje, politie en poliesje enz. Het is regel op Goeree, maar het ver schijnsel doet zich zeer verspreid voor. Een verklaring geeft het Woor denboek niet. Het is een kwestie die zeker nader onderzoek verdient. Het moet een vorm van hypercorrectie zijn, waarbij meteen het achtervoegsel -ie wordt afgewezen en vervangen door -je. Boezenêêren In Nehalennia 93 (lente 1993) wordt de vragenlijst van september 1992 besproken en daar werd ik getroffen door vraag 5: boezenêêre(n) met de betekenis 'in de kost liggen bij': Ie boezenêêrt bie m'n buurvrouwe, (West Zeeuws-Vlaanderen: Sluis en Zuidzande; Walcheren, Zuid-Beveland, Noord-Beveland, Schouwen-Duiveland (de laatste ook met de vormen boe- zenjeere(n))In Groede is de beteke nis 'er ongeoorloofd thuis liggen' (bij die buurvrouw dan) en ook voor Rilland wordt een 'ongunstige' bete kenis opgegeven. Andere betekenissen van boezeneere(n) zijn 'bezig zijn' (Driewegen/Ovezande, 's-Heer Arends- kerke)'eenvoudig wonen' ('s-Heer Arendskerke)'tijdelijk wonen' (Krui- ningen); 'ergens verblijven en zich moeten behelpen' (Wissenkerke) 'niet al te helder zijn in huis, maar wat aan rommelen' (Tholen) en nu komt het: Teven buiten het normale patroon; omgang hebben' (Dreischor). Tenslotte is er de vorm wegboezje- neeren met de betekenis 'wegsturen' (üuwerkerk). Het WZD heeft een tref woord boezenêêre(n) met de betekenis 'ergens wonen waar men zich erg be helpen moet, dus ongeveer: ergens hokken', schreef juffrouw Ghijsen indertijd in alle onschuld. De bete kenis lijkt duidelijk ingegeven te zijn door woningnood. Andere beteke nissen zijn 'zich behelpen': Az de vrouwe nie tuus is, mot je maer al- lêêne boezjenêêre (Renesse) en 'rond scharrelen, zich (met lawaai en ge stommel) bezig houden met'. Nieuw zijn dus de minder onschuldige bete kenissen. Het is heel goed mogelijk dat het Nederlandse woord hokken, dat in de tiende druk van Van Dale zo mooi wordt omschreven als 'leven buiten huwelijk als man en vrouw', een betekenisverandering heeft ver oorzaakt. Wat natuurlijk buitenge woon interessant is in de ontwikkeling van een taal: niet het woord wordt overgenomen, maar een dialect woord met dezelfde neutrale beteke nis neemt ook de overdrachtelijke betekenis van het woord over. En in de vragenlijst werd van dit alles helemaal niets gesuggereerd. Ik dacht bij de herkomst van dit woord ook aan het Frans en wel aan bonjour en de afleiding bonjouren met de betekenis 'wuiven' en eruit bonjouren: 'wegsturen' bij Van Dale, maar bij De Bont (Dialect van Kempen- land) trof ik een woord bonzjouren aan met de betekenis 'boemelen, kroe gen bezoeken' en in het dialect van Kampen bomezoean, 'er maar zo op los leven'. Er is waarschijnlijk ook nog een ander, echt Nederlands, woord 1 2

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1993 | | pagina 14