en toe een opvallende eensgezindheid
tussen de Zeeuwse dialecten onderling.
Dat is bijvoorbeeld het geval bij de
manier waarop Zeeuwse ouders hun
kinderen troosten als ze hun hoofd
hebben gestoten: kopje stööt, luusje
dóód (Land van Axel, Land van Hulst,
Walcheren) en dan typisch in zo'n
kindertaalvorm, of (Koudekerke)
kopje stoot, da's wi een luuze dóód;
andere varianten zijn: da's een luus
dóód. In heel Zeeland is de zegswij
ze bekend. Op Schouwen-Duiveland
gaan ze iets volwassener met hun kin
deren om: kopje gestóóten, luusje
dóód en daarnaast: kopje 'estote,
luze doot. De zaak is duidelijk, maar
dit voorbeeld laat weer een ander
aspect van dialect zien: het gebruik
van vaste uitdrukkingen in een dia
lectische vorm.
Nehalennia 90, vraag 20 geeft het
volgende:
Verooverd
ik bin op z'n verooverd en dat bete
kend 'ik vind hem vooruitgegaan (bij
ziekte)'; 'ik heb op hem gewonnen'.
Op tal van plaatsen bekend. Ook zegt
men: ik èn an um of an z'n gewonnen.
Dat roept herinneringen op aan Neha
lennia 93 (zin 14): Ik zin veel ver-
overd mittie nieuwe stofzuuger: 'Ik
ben er veel op vooruitgegaan met die
nieuwe stofzuiger'. Men kan het ook
zeggen met betrekking tot een koe:
Ik zin op die koei veroverd. Het WZD
zegt bij verooveren: 'vooruitgaan in
lichamelijk of geestelijk opzicht;
fortuin of positie'. De voorbeelden
zijn: de zie:ke vrovert niejt harde,
gaat niet veel vooruit; hie vrovert
wel mit s'n lêêren; als de zaken wat
verovere, kan ik dat huusje koape
en nou adjudant is, kan nie méér
vereuveren. Niet de betekenis van
veroveren levert problemen op en
ook niet een zinnetje als de zie:ke
vrovert niejt harde, maar juist zo'n
constructie als ik bin op z'n ver
ooverd, met de betekenis 'ik vind
hem vooruitgegaan (bij ziekte)', want
het is die wisseling van persoon die
hier optreedt: eigenlijk staat er toch:
ik ben er met betrekking tot hem op
vooruitgegaan, er is dan wel een heel
sterke identificatie met de zieke no
dig om te komen tot de betekenis 'ik
vind hem vooruitgegaan'
Wat de rubriek 'vragenlijsten' in
Nehalennia zo aantrekkelijk maakt,
is de wijze waarop een deel van het
materiaal wordt gepresenteerd, name
lijk keurig geordend naar betekenis.
Alle woorden voor 'scheelkijken'voor
'nieuwsgierig kijken', voor een begrip
als 'boordevol' en voor een zaak als
'aardappel' staan overzichtelijk ge
rangschikt bij elkaar. Om bijvoorbeeld
alle Zeeuwse woorden met de betekenis
'nors (kijken)' te vinden, moet je
wel op 21 verschillende plaatsen in
het woordenboek zijn, dwars door
het alfabet heen, maar dat veronder
stelt wel dat je eerst moet weten wel
ke woorden voor deze betekenis ge
bruikt worden.
De gegevens uit de rubriek 'vragen
lijsten' in Nehalennia, moeten alle
maal nog hun plaats krijgen in het
supplementdeel op het woordenboek,
waarover deze ochtend hele positieve
berichten te horen waren. Het zal
heerlijk zijn als al die rijke in
formatie goed wordt opgeslagen en
gepresenteerd en na verschijnen gaat
u dan gewoon door, want het ene
woord roept weer het andere op, de
ene zin brengt de andere boven en
over betekenis en betekenisontwikke
ling raken we nooit uitgepraat. Er
zit nog een ander aspect aan dat
doorgaan met onderzoek, en dat is
ook heel belangrijk: het laat zien
hoe de dynamiek van het Zeeuws is,
wat er binnen de dialecten verandert,
waar die veranderingen vandaan komen
en in welke richting ze gaan.
*P.J. Meertens-Instituut, Amsterdam
Lezing gehouden op de Dialectdag
1993
14