gin van dit artikel genoemd zijn. Een belangrijk bezwaar was het geven zonder daar iets voor terug te ver langen. Dorcas verschaft, naast de bedeling van armen, toch ook werk aan behoeftige vrouwen, Aan de hand van de gemeenteverslagen kunnen we echter constateren dat het aantal vrouwen dat kleding voor niets krijgt, 15 tot 20 maal zo groot is als het aantal dat werkt voor loon. Bovendien heeft volgens Coronel dit soort werkverschaffing het grote be zwaar dat door de concurrentie de lonen van de aanwezige naaisters in de stad nog lager worden dan ze al zijn, en wordt de winkelier een deel van zijn winst onttrokken.1-5 Coronel ergerde zich ook aan het ge brek aan samenwerking tussen de verschillende weldadigheidsinstel- lingen. Na het uitkomen van de Gids voor de Nederlandsche Weldadig heid in 1899, maar zeker na de Ar menwet van 1912 is er meer over el- kaars werkzaamheden bekend gewor den, en door de inlichtingen en ad viezen van de armenraden konden de verenigingen hun hulp beter op elkaar afstemmen. Naast deze bezwaren moet toch nog het enorme verschil in niveau en stand onder ogen worden gezien tus sen de Dorcasleden en de door hen begunstigden. De namen van de da mes van De Zeeuwsche Dorcas duiden erop dat zij meestal uit welgestelde, aanzienlijke families komen; daarbij worden zij 'jeugdig' 17 genoemd. Het lijkt hierdoor bijna niet mogelijk dat zij voldoende mensenkennis en ervaring met armoede hebben om zich zo in de situatie van hun klanten in te leven, dat ze die met raad en mo rele steun kunnen bijstaan. Maar, hoeveel kritiek er op het wel- dadigheidswerk valt te leveren, 't is toch ook waar wat Coronel18 op merkt: '...zij meenden het zoo wel en hare beminnelijke stem had met zoveel deelneming het lot dier armen beklaagd'; en iets verder: 'En toch vind ik haar werkkring zoo edel, toch moeten zij zich aan dezen niet onttrekken. Behalve de in dit artikel genoemde stukken bevat het Dorcasarchief geen gegevens. In literatuur over armen zorg komt de vereniging bijna niet ter sprake. Toch hebben we ons aan de hand van het kleine archief, en met behulp van gemeenteverslagen en Middelburgsche naamwijzers een beeld - zij het zeker niet volle dig - kunnen vormen van de activi teiten van de particuliere welda digheidsvereniging De Zeeuwsche Dorcas. Noten 1. L.P. v.d. Spiegel, Over de armoede en bedelarij, met betrekking tot de provincie van Zeeland, en bijzonder tot de stad Goes, en eiland van Zuid-Beveland (Goes, z.j.). 2. S. Coronel, Middelburg voorheen en thans. Bijdrage tot de kennis van den voormaligen en tegenwoordigen toestand van het armwe zen aldaar (Middelburg 1859), 401-403. 3. Ibidem, 334-336. 4. Instructie als bedoeld in art. 51, sub 3 der Armenwet. 5. J.F.L. Blankenberg, H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899) 6. In de kluis van de Zeeuwse Bibliotheek te Middelburg zijn archivalia van de vereni ging De Zeeuwsche Dorcas aanwezig, doos 1133 F4. Bovendien onder nummer 895 C 22 'Jaarlijksch verslag van het gezelschap De Zeeuwsche Dorcas', 1837/1838 en 1869 tot en met 1916 (aaneensluitend). 7. S. Coronel, Middelburg voorheen en thans, 333. 8Zeeuwsch jaarboekje en Middelburgsche naamwijzer, jaren 1864 e.v. 9. Gemeentearchief Middelburg (GAM), Gemeen teverslagen aanwezig over de jaren 1852- 1946. 10. Aanwezig in het Dorcasarchief. 11. M.P. de Bruin, '150 jaar Vrouwelijke Hand werken', Zeeuws Tijdschrift 38 (1988) 65. 12. C.E.G. ten Houte de Lange, Familiefonds Hurgronje 1767-1992. De nakomelingen van Isaac Hurgronje (1652-1706) en Josina Phoenix (1663-1711) en de geschiedenis van 225 jaren Familiefonds Hurgronje (Middel- burg 1992)52 en 54 13. J.K. Munters, Provinciale Almanak voor Zeeland voor het jaar 1947 (Middelburg 1947). 14. Ter illustratie twee voorbeelden. In 1877 waren er 470 bedeelden en 24 betaalde ar beidsters. In 1888: 502 bedeelden tegen 26 betaalde krachten. 15. Coronel, Middelburg voorheen en thans, 334. 16. Ibidem, 401-403. 17. 'Onze Armen', Middelburgsche Courant 11 maart 1839 en Coronel, Middelburg voor heen en thans, 401. 18. Coronel, Middelburg voorheen en thans, 335. 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1994 | | pagina 16