thema, terwijl Jan de Quelery een romantische prent van een 17de-eeuws spiegelschip aanleverde. Aan de verschijning van het Vliegen de Hollandernummer ging enige com motie in de Zeeuwse en Zeeuws-Vlaam- se pers vooraf. Naar aanleiding van de houding van de gemeente Terneu- zen ten aanzien van de thema-uitgave en een benefietveiling ten behoeve van Ballustrada, sprak hoofdredacteur André van der Veeke van een 'cultu rele spookstad'. E. Van Wijk, Molens in Veere (S.l. 1993). 120 blz., afbn., bijlagen. Uitg. Ver. De Zeeuwse Molen met steun van de gemeente Veere. Ver krijgbaar door overmaking van 35,- op bankrek. 68.22.95.604 t.n.v. Zeeuws Molenfonds, Kapelle. Tevens verkrijg baar bij boekhandels in Middelburg en Goes. Molens in Veere: zeven eeuwen molen geschiedenis richt zich op een brede doelgroep: liefhebbers van Veere, geïnteresseerden in molens en de meer technisch gerichte liefhebbers van het maalwezen. Het boek bevat het resultaat van Van Wijks speurtocht door archieven, gesprekken met mole naars en anderen. Auteur Van Wijk genoot al bekendheid als schrijver over molens in bladen als De Wete en De Windmolen, maar hij leverde ook een monografie af over Middelburgse molens (1985), schreef over openbaar onderwijs in Aagteker- ke en over Mondriaan en de molens - een onderwerp dat in dit Mondriaan- jaar ook gepast zou hebben. Na beëindiging van zijn loopbaan als leraar wierp E. van Wijk zich op zijn liefhebberij, de geschiedenis van de molen. Molens in Veere toont hoe se rieus hij zijn 'liefhebberij' opvat. Het boek bevat naast een algemene inleiding over malen en molens hoofd stukken en paragrafen over getijmo lens, windmolens en molens op paar- dekracht. Ook aan de historische en technologische context wordt de no dige aandacht besteed. Weet u wat een molenkar is? Het was mij een raadsel, tot ik pagina 80 bij Van Wijk opsloeg. Molenaars en molenlief hebbers: ik raad u aan hetzelfde te doen. J.J.B.K. Tiny Polderman, Het Zeeuwse kostuum door de eeuwen heen: van kadonder tot keuterpari. Uitgave De Koperen Tuin, Goes. I.S.B.N. 9072138309 geb. 65,-; I.S.B.N. 9072138317 pbk. 49,90. Voor mij ligt een boek met een per soonlijke groet voor Koos en mij van Tiny Polderman. Een onpartijdig oor deel over dit boek vellen, laat staan woorden van kritiek geven kan eigen lijk niet na zulke vriendelijke woor den. Het boek ziet er zeer verzorgd uit; zowel opmaak, afbeeldingen en gedrukte tekst zijn van uitstekende kwaliteit. Ook daar waar de afbeel dingen uit eerder verschenen werken zijn overgenomen is dit nauwelijks te merken. Het boek doorlezende kom je onder de indruk van wat Tiny allemaal bij elkaar heeft weten te brengen over de geschiedenis van de Zeeuwse kle derdrachten. Natuurlijk heb ik toch enkele bedenkingen. Zo vind ik de literatuuropgave voor zo'n stuk gede gen kennisvergaring toch wat mager tjes en al waren de rokken van oma dan nog dezelfde als 65 jaar daar voor, vooral in de nadagen van de klederdracht waren de rokken van de Zuidbevelandse vrouwen beduidend korter dan -voorheen. Dat brengt me nog op een omissie die ik in het boek aantrof. De laatste ontwikkeling van de Zuidbevelandse vrouwendracht - maar het geldt ook, zij het in mindere mate, voor de Walcherse - zo onge veer na de jaren dertig van deze eeuw ontbreekt geheel. Het veel groter worden van de sie raden en vooral van de mutsen is toch een zeer opvallend verschijnsel. Ook het gedeelte over het verdwijnen van de klederdrachten geeft eigen lijk geen goed inzicht. Toch zijn hierover enkele gedegen studies ge publiceerd. Na deze regels van kritiek woorden 27

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1994 | | pagina 29