ons dialect, maar ook het Spaans. Divertissie doet me meer denken aan het Spaanse divertirse (zich verma ken) dan aan het Franse se divertir (ook zich vermaken). Zij gaan uit, ze gaan zich amuseren, zich vermaken is in het Spaans: Ellos van a diver tirse. Mocht het woord divertissie in de Spaanse tijd ontstaan zijn, zou de link tussen het Spaanse woord divertirse en het Zeeuwse woord diver tissie snel gelegd zijn. Op blz. 12 staan de woorden boezeneren enz. Wat ik mis is nog een woord wat er m.i. mee te maken heeft, n.l. beson- jes (Fr. besognes)wat werkzaamhe den betekent. Hij besoigneert daar, ie boezeneert daer: hij heeft daar zijn werk.' Dhr. B. Koene (Ok) zag, dat in het WZD het woord sipje niet voorkomt: het rieten of biezen mandje waarin jenievers en beiers getrokken worden (dat in Engeland immers chip heet). Dhr. en mw. Schippers-le Bleu (Gde) zeggen van iemand, die nog goed kan eten, drinken enz.: De roeper en de poeper ziin nog goed. Dhr. G. Tanis (Odp) schrijft over boezjeneere (van de Dialectdag) 'Dat zou een verhaspeling zijn van: 1. boeleere met de betekenis van wat als betekenis van boezjeneere werd geopperd; zie ook boeleren in Van Dale, en 2. voisiner Frans): buurtschap onderhouden etc.' Dhr. L. v.d. Hiele (Nss) zag in WZD 2e druk op blz. 593: mismange: mest- mand met driekwart mud inhoud, en vraagt: 'Is 3/4 mud juist? Of is de maatvermelding op blz. 567 juister (n.l. 1/4 mud)? Is die vermelding helemaal juist? Ik glóóve dat er 3 mismangen in één mud giengen! Dhr. J.M. Serie (Wtk): 'Krochen: drukken of personen, als kleine kin deren op het potje moeten; moeder: alla joong jie moe krochen (moeder kwam uit het LvA. Toen we als kin deren van 7 jaar zelf onze schutting woorden gingen opschrijven wisten we al dat dit met ch geschreven moest worden, anders had moeder gezegd: "krohhen" Dhr. P.W.C. van Westen (Ovm): 'Bij iemand die op oudere leeftijd de bof krijgt met als gevolg zwelling in de geslachtsorganen werd ter plekke in Oud-Vossemeer gesproken van: 't Is op z'n gemak gesloohe, de ge volgen van zo'n ziekte.' Dhr. D. Roozemond (Svn) geeft nog twee woorden: pusstrontjesklap- pertjes en 'n anbóömstootijzer. Mw. P.W.A. van Dongen-de Ruyter (Bh/Hsd) zendt een iets andere versie van het liedje, dat stond in Neh. 96. blz. 42. 'Aardig om te vermelden is misschien nog wel dat mijn vader het woord pompkoek voor ontbijtkoek regelma tig gebruikte. Hij was een Middelbur ger, maar omstreeks 1919 gelegerd in Koewacht waar hij dat woord op pikte. Mijn moeder noemde ontbijt koek peperkoek, in de winkel in Burgh kochten we zoete koeke.' Dhr. P. Ovaa (Osb) schrijft: 'In Neh 97. blz. 39 staat het gesmost. Dit wordt bij ons uitgesproken als gemost Dan liggen er nog opmerkingen over woorden die niet in WZD staan: Dhr. O. de Wilde (Cg) noemt: 1. parmantig kriel'oender (klein kieken) gezegd van meisje, vrouw die deftig loopt te flaneren op straat. 2. De wjèr (de haag), wjaer in WZD. 3. Eurezooken: vals spelen in kaart spel (Cg). 4. Saleuren: idem in (Hkt)en(Js). 5. Buitenblaerenblinden, venster luiken. 6. Blaffeturenidem. 7. Puit: kikker, in WZD wel puut. Mw. A. Hoekman-Jumelet (Bns): Vloeidauwochtendnevel in de sloot. Dhr. C.J. Klap (Wde)daken: straks riekammehaarkam; j'n 'aer rieën: (reeën wel in WZD); bediemend: di rect, meteen; 'n raope of róópe: vestzakhorloge Mw. Buys-van Donge (Dsr)ouwe sannie: oude rommel; ierlooiwaar deloze slechte spullen. Dhr. L. v.d. Hiele (Nss): 1. pilluk eete: paling. 2Ze ziet'r uut as 'n gepeld ei. 3. Ienkeloeenkel. 4. 'Aever en 'ooi: brandewijn met anijs, werd gedronken door jonge mannen bij de loting voor militaire dienst, uit klein glaasje, waar de 40

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1994 | | pagina 42