siert het de ingang van een tuin aan
de Koudekerkseweg. Het is een fraai
voorbeeld van de luchtige hekjes die
in deze tijd de zware, gemetselde hek
pilaren in populariteit verdrongen
haddden. Een bijkomend voordeel van
een dergelijk hekje is, dat het zicht
vanuit het huis in de overturn niet
erdoor werd belemmerd.
Cornelis Evertsen overleed in 1773.
Zijn weduwe, Martha Cornelia Ockersse,
bleef tot haar dood in augustus 1775
op Zeerust wonen. Na haar overlijden
werd de buitenplaats uit de hand te
koop aangeboden. Het hof werd omschre
ven als een 'zeer vermakelijke Buiten
plaats' met een oppervlakte van 43
gemeten 173 roeden bos en weiland.4
Het bos bestond uit ongeveer 1200
opgaande iepen en essen. De beelden
en tuinmansgereedschappen konden
apart gekocht worden, of in één koop
met de buitenplaats. Desgewenst kon
men onder leiding van makelaar
Francois Duinkerken de plaats be
zichtigen.
Afbraak
Zeerust werd gekocht door mr. Herman
Evertsen (1727-1778), zoon van de
vorige eigenaar. Hij was burgemees
ter van Middelburg en rentmeester
van de Staten van Zeeland (ontvanger-
generaal der rentieren) Na zijn dood
bleef zijn weduwe, Magdalena Maria
van Gelre, eigenares tot 1782. Zij
verkocht het buiten in oktober van
dat jaar. De verkoopadvertentie ver
meldde een 'schoone en welgelegen
Hofstede', met 'Heere en Tuinmans
Wooningen, Schuure, Voliere, Coepels
en verderen Opstal en Timmeragie'
De nieuwe eigenaar liet al in maart
van het volgende jaar de gebouwen
afbreken, nadat in februari alle
wei- en bouwlanden verkocht waren.
Het afbraakmateriaal bestond onder
andere uit 'Schuyf Kasijnen, Puy
Kasijnen, Deur Kasijnen', schuttin
gen van de moestuinen en een 'par
tij Boss-weeringen'Dit waren ver
moedelijk de balustrades op het dak
plateau. Verder een lading arduin
stenen plinten en drempels en 'een
partij Ysere Leuningen van de
Brug'.0 Het bos werd gerooid en in
gebruik genomen als bouwland.
Op de plaats van één van de bijge
bouwen werd een boerderijtje ge
bouwd, dat de naam Zeerust kreeg.
In 1809 woonde hier Jan Swart. Hij
verkocht Zeerust op 29 november van
dat jaar aan mr. Jacob Hendrik Scho-
rer, de bewoner van de nabijgelegen
buitenplaats Toornvliet. Waarom deze
de hofstede en landerijen kocht,
schrijft hij in zijn dagboek: 'Ik
kogt heden Zeerust, agter Toornvliet
gelegen. Mijn oogmerk is eygentlijk
om, wanneer ik eens amptloos wezen
zal, mij dan enigszints te amuseren
met den landbouw, waartoe dat ter
rein in 't klein, met hetgeen ik reeds
heb, vrij convenient is.' Hij kwam
er niet toe om zijn plan te verwezen
lijken. In 1882 overleed Schorer.
Zeerust bleef daarna in handen van
de achtereenvolgende bewoners van
Toornvliet, tot in deze eeuw.
Kopie van de kadastrale kaart Mid
delburg I; 1823. Tek. M. van den
Broeke.
10