fff
J
gebrek. Er moet zo ontzettend veel
worden gedaan aan noodonderzoek
in het veld, dat de verwerking wel
eens op zich laat wachten. Daar zijn,
jammer genoeg, voorbeelden te over
van. Alle informatie, die nodig is voor
een goede rapportage, is in het boek
te vinden. En meer, want, zoals reeds
gezegd, het vondstmateriaal wordt
niet alleen beschreven, maar ook in
de historische context geplaatst. Het
boek is bijzonder rijk aan illustra
ties (waaronder enkele in kleur) en
details over de gevonden voorwerpen.
Munten, rekenpenningen, textiel
(waaronder een uniek wambuis), mes
sen, een borstel, hoekbeslag, te veel
om op te noemen. Het is niet moei
lijk zich voor te stellen dat iemand
in een ver verleden de vloer aanveeg
de met de borstel. En dat is tevens
het leuke van de gevonden voorwer
pen; ze zijn door iemand gebruikt.
Het wambuis is door iemand gedragen,
net als de handschoen en de schoe
nen. Dat hoekbeslag heeft om een
boek gezeten, dat door iemand werd
gelezen, die rekenpenningen zijn door
de handen gegaan van hele rijen tel
lers, enzovoorts. En dat is nou juist
het leuke van archeologie: dat je
reconstrueert hoe de mensen vroeger
leefden. Het boek ziet er heel ver-
zorgd uit en de verschillende ver
halen, geschreven door diverse
auteurs, zijn prettig leesbaar, ter
wijl dat bij uitvoerige beschrijvin
gen vaak heel moeilijk is. De blad
zijden vanaf de afdeling Vondstma
teriaal worden allemaal in de rech-