terbovenhoek versierd met afbeeldin
gen van gevonden rekenpenningen.
Op die manier worden toch nog heel
veel (71) rekenpenningen afgebeeld,
dat is een aardige vondst. Er is een
overzichtelijke indeling met bijzon
der uitgebreide beschrijvingen, waar
door de lezer in één keer heel veel
informatie krijgt toegediend. Dat zou
een bezwaar kunnen zijn, ware het
niet dat er genoeg afwisseling in de
bladspiegel is, waardoor de aandacht
niet verslapt. Overigens is het geen
boek, dat in één keer uitgelezen be
hoeft te worden. Het is zelfs de
vraag of je dat moet doen. Als je het
boek leest, ontkom je niet aan de ge
dachte dat er in zeer korte tijd veel
tot stand is gekomen. Ik kom daar
straks nog even op terug.
Na deze positieve opmerkingen toch
nog een paar puntjes van kritiek.
Een enkele keer slaat het vakjargon
toe, zoals 'engobe''protosteengoed'
'patina' Niet iedere lezer zal die
woorden meteen herkennen. De titel
vind ik wat ver gezocht, want het
zijn toch voornamelijk andere dingen
dan geld, die uit de belt kwamen.
De bedenker vond het waarschijnlijk
gewoon lekker rijmen. De titel dekt
de lading evenwel niet geheel en kan
een vertekend beeld geven. Tenslotte
komt het een paar keer voor dat een
zelfde stukje uit de geschiedenis van
Middelburg in verschillende hoofdstuk
ken wordt verteld om de context van
de vondsten aan te geven. Misschien
is dat niet te voorkomen in een boek
als dit, maar het stoort soms. Al met
al is een boek verschenen, dat zowel
voor de geïnteresseerde leek als voor
de specialist van grote waarde is.
Opnieuw is een stukje van de geschie
denis van Middelburg boven de grond
gekomen.
Tentoonstelling
De totstandkoming van het boek is
een apart verhaal. Hieruit blijkt maar
weer eens hoe goed het is als een
gemeente beschikt over een werkgroep
stadsarcheologie, die nauwgezet in
de gaten houdt waar en wanneer er
bouwactiviteiten in de stad zijn op
terreinen met een mogelijke archeo
logische waarde. De groeiende aan
dacht voor archeologie en cultuur
historie vertaalt zich in activiteiten:
er is tijd (en soms geld) om op te
graven en tijd (en soms geld) om de
resultaten te laten zien via een ten
toonstelling en/of een boek. Gelukkig
was er tijd en geld. Maar dit is niet
het hele verhaal. De omstandigheden
en voorwaarden kunnen nog zo goed
zijn, er moeten een paar mensen zijn
die vorm en inhoud geven aan de op
gravingsresultaten. Van redelijk
dichtbij heb ik kunnen zien hoe in
een zeer korte tijd een tentoonstel
ling en een boek verschenen over
de opgraving aan de Kousteensedijk.
Dit gebeurde naast het 'gewone' werk
van de samenstellers van het boek
en de tentoonstelling. Voor die men
sen kun je alleen maar een diepe bui
ging maken. En vervolgens schaap
achtig vragen of ze al bezig zijn met
een vervolg: de opgraving op het
terrein van het voormalige Huis van
Bewaring. Misschien onder de titel
Goed uit de petoet?
*R.M. van Heeringen, H. Hendrikse
en J.J.B. Kuipers (red.), Geld uit
de belt: Archeologisch onderzoek in
de bouwput van de gemeentelijke par
keerkelder en het belastingkantoor
aan de Kousteensedijk te Middelburg
(Vlissingen: ADZ, 1994).
Bijdragen van L. Goldschmitz-Wielinga
(tek.) O. Goubitz, R.M. van Heerin
gen, H. Hendrikse, D. van der Lin
den, B. Oele, P.VV. Sijnke en A. van
Waarden-Koets. Vormgeving: Bert
Gerestein.
ISBN 90-72838-09-2. Prijs 19,50.
20