van de KenmerKen waaraan je een
Zeeuw kent, als hij Nederlands spreekt.
Hij zegt altijd "enigst", waar hij
"enig" moet zeggen, en vaak ook an
dersom
Dhr. P. Ovaa (Osb) schrijft: 'Op
blz41 van Neh. 98 vroeg dhr. Van
de Hiele naar de juistheid van de bete
kenis van onder meer het woord die-
zen: speelgoed. Dit woord kwam, toen
toen ik een kind was nog voor. Dan
mocht je mee op visite en dan zei
tante: "Ik zal eens even de diezen
voor je pakken," en dan kwam er
een doos speelgoed op de proppen.
Wat betreft de schaepebieledie heeft
wel degelijk bestaan. Als je b.v. een
schaap moest melken in de wei, dat
niet te goed stil wou staan, kon je
hem daar makkelijk aan vasthouden.
Er was zelfs een leurder, die speci
aal met schaepebielen langs de boe
ren ging!'
Dhr. J. Serlé (Wtk) vraagt: 'Waarom
toch zegt men: op Bresjes, in Sluis,
in Oostburg, op Kerkje, in IJzendijke
enz.?' We hebben deze vraag jaren
geleden al eens in Nehalennia behan
deld en geconcludeerd, dat altijd
niet alleen in West Zeeuws-Vlaanderen
maar ook in overig Zeeland, het
woordje in wordt gebruikt voor steden
en op voor de plaatsen, die geen stad
zijn.
Dhr. P. van der Endt (Ier), nu huis
arts te Monster, schreef ons, n.a.v.
onze vraag (in Neh. 98 blz. 39):
Weet iemand iets naders te vertellen
over het klappers snijden in de oor
log? 'Mijn vader J.D. van der Endt
ontdekte, dat er vraag was naar ge
droogd zeewier. Er was een firma
Bonde die het gemalen zeewier kocht
en het zeewier verwerkte in bepaalde
medicijnen. Mijn vader ontdekte dat
er uit zeewier alginaten gehaald kon
den worden, dat gebeurde ook reeds
in Japan. In Schore werd een fabriek
gebouwd waar alginaten bereid werden.
Slechte winters, dreiging deltaplan
maakten dat de toekomst voor de pro-
duktie van alginaten te somber was.
Financieel werd het uiteindelijk een
strop en de produktie werd stopgezet.
In de oorlog werden in Zeeland al
de dijkbermen opgekocht om klappers
te snijden. De directeur Roem van
Yerseke (tel. 3391), Huub Lacor,
had hier vaak de leiding. Mijn broer
J.P. van der Endt, zal u alles hier
over kunnen vertellen.' Wij zochten
telefonisch contact met dhr. J.P. van
der Endt te Yerseke, die bereid is
zonodig nog vragen te beantwoorden.
Dhr. A.J. Beenhakker (Ktg) laat ons
weten, dat hij vroeger van zijn va
der heeft gehoord, dat bij het knik
keren vaak werd gezegd: Je mag nie
vrêêze: je mag geen bezwering over
de knikkers uitspreken. Is dit ook
in ander dialectgebied nog bekend
of eventueel soortgelijke 'bezwe
ring'?
Mw. C. van de Guchte-Fraanje (Lwd)
schrijft: 'Als een vrouw hard gewerkt
heeft en moe is, en er wordt haar
gevraagd, nog iets te doen, kan ze
antwoorden: 'k gin lief mi in de
kasse
Mw. Van de Guchte vraagt ons:
'Wist u, dat in het Woordenboek der
Zeeuwse Dialecten ons dorp foutief
vermeld staat? Op pagina XII onder
plaatsnamen is onder L vermeld:
LeeuwendorpDit moet zijn Lewedorp.
Ons dorp is vernoemd naar Burgemees
ter Lewe van Nijenstein.
Dhr. J. Walrave (Gpol) schrijft n.a.v.
Neh. 98, blz. 40, mismange'Volgens
mijn informant dhr. De Jonge heeft
hij nog nooit mest in een mand gezien
om b.v. te vervoeren, te laden, op
het land te verspreiden of hoe dan
ook. Zijns inziens is 'n mismange af
geleid van een maatsmand. Met die
mand werden vroeger aardappelen
of uien afgemeten. Een mud aardap
pelen weegt 70 kg en een mud uien
weegt 60 kg. Volgens hem zijn 7 man
den aardappelen voldoende voor 2
mud en 3 manden uien voor 1 mud.'
Wie heeft commentaar?
De spreukenkalender voor 1995 is
ook weer naar de drukker. Hij vroeg
ons, er nog één te willen maken, voor
1996 dus. Daarvoor zijn weer korte
verhaaltjes, versjes enz. welkom, voor
de achterzijde van de kalenderblaadjes.
Dhr. J. den Boeft zorgt steeds, dat
onze nieuwe 'vondsten' op de juiste
plaats in de computer terechtkomen,
die nu al heel wat bevat!
30