ZEEUWS VERMAAK IN ALABAMA? Ringrijden overzee in 1858 J.J.B. Kuipers Zes pagina's wijdt het Woordenboek der Zeeuwse Dialecten (WZD) (1964) aan het 'rien(g)krieë(n)' of ringrijden. Deze folkloresport is dan ook een Zeeuws visitekaartje, hoewel S.J. van der Molen in Onze Volkskunst (1979, red. Tj. de Haan) een subtiel voorbehoud maakte ten aanzien van de geografische bepaaldheid door te spreken van 'het voor Zeeland zo typisch geachte ringrijden' (onderstreping JK). Het kan natuurlijk niet ontkend wor den dat de Zeeuwse ringrijderij aller lei typisch Zeeuwse aspecten en ele menten behelst. Het Woordenboek be handelt er o.a. ring, lans, kostuum en gebruiken bij het winnen van een prijs van. Veel van die zaken echter verschillen vanouds per Zeeuwse re gio, en de tand des tijds knaagde flink aan diverse vormen van het spel. Opvallende veranderingen sinds en kele decennia zijn de wijziging van het kostuum als gevolg van het ver val van de streekdracht, de intro ductie van het ringrijden met de sjees en de deelname van vrouwen. Ringrijden elders Ter Laan schreef in zijn Folkloris- tisch Woordenboek (1949) dat het ring rijden ook geliefd was tot in Gronin gen. Het ringrijden per sjees is voor al bekend uit Friesland. Ook van bui ten Nederland ontbreekt het niet aan berichten omtrent het spel. M.L. von Franz noemde ringrijderij in het ka der van oude lentefeesten in Duits land, waarbij jongelingen te paard hun lans door het hart van een ring moeten steken. De bekende folklo ristisch publicist D.J. van der Ven voerde in Kindervreugde en Volksver maak (1927) het Zeeuwse ringrijden zelfs terug op het Deense kransste- ken. Maar dat staaltje van typolo gische genealogie kan gevoeglijk wor den toegeschreven aan de verwarring van analogie en diachronie waaraan eertijds veel volkskundigen zich be zondigden, met als gevolg wijde en boeiende, maar niet per se reële ver schieten. In het deel 'De Middeleeuwen' van W. van Stuijvenbergs 5000 jaar dage lijks leven (1975) kwam ik jaren ge leden een afbeelding tegen van wel heel exotische hedendaagse ringrij derij, die blijkens het verschil in kledij tussen ruiter en toeschouwers ook als folkloresport werd beoefend. De illustratieverantwoording van het tamelijk lukraak met afbeeldingen vol gestouwde boek bracht geen uitkomst; maar naar het etnische type van de afgebeelde personen en het kostuum van de ringrijder te oordelen, leek het me om een ergens in het Nabije Oosten of zelfs Voor-Azië gemaakte opname te gaan. Alabama Ook in de Verenigde Staten werd het ringrijden beoefend. In The Old South (1968) van John Osborne - aan geschaft in een Zeeuws antiquariaat, dat wel - trof ik een plaatje aan van ringrijden in 1858, in Alabama! Het onderschrift bij de gravure, die oor spronkelijk werd afgedrukt in de af levering van 27 november 1858 van Harper's Weekly, luidt (vertaling JK): 'De lans stotend naar een aan een touw bevestigde ring, toont een zui delijke ruiter zijn rijvaardigheid op een 'toernooi' in Albama, gehouden in 1858. Dergelijke gebeurtenissen waren gemodelleerd naar de ridder lijke steekspelen van de Middeleeuwen. De demonstraties van rijkunst, cava- leristenmoed en soortgelijke kwalitei ten pasten in het romantische beeld dat de planter had van zichzelf en zijn klasse als handhaver van de rid derlijke traditie. De toernooien wer den gehouden op grote plantages en state fairs (grote jaarmarkten?).' 1 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1994 | | pagina 15