gevuld met bijdragen van historische of archeologische aard en voor de helft met bijdragen en mededelingen op dialectgebied. In de jaren zestig schommelde het ledenaantal van Werkgroep en Vereeniging samen rond de 100. in de daarop volgende jaren nam de belang stelling voor beider activiteiten snel toe en steeg het aantal leden tot circa 900. Deze samenwerking heeft er mede toe geleid dat het bestuur van de Werkgroep op 12 november 1976 bijeenkwam met enkele vertegenwoordigers van de Vereeniging om te spreken over de voortzetting van het dialectonderzoek na het overlijden van de grote ini tiator mw. dr. H.C.M. Ghijsen. Besloten werd het onderzoek en de publikatie van de resul taten in het Bulletin voort te zetten waarbij mw. E.J. van den Broecke-de Man het coördi nerende werk zou gaan verrichten. Vooral de regelmatige publikatie van de vragenlijsten in Nehalennia heeft bijgedragen tot de continuïteit van het dialectonderzoek in Zeeland. Verzamelingen De Werkgroep heeft zich altijd een taak gesteld ten aanzien van de verzamelingen van het Genootschap: de archeologische en kunsthistorische verzamelingen in het Zeeuws Museum, de Zelandia Illustrata in het Rijksarchief en het boekenbezit en de handschrif tenverzameling in de Zeeuwse Bibliotheek. Het belang van behoud, conservering en toe gankelijkheid van de verzamelingen legde de Werkgroep in 1976 vast in een nota. Het alge meen bestuur en de algemene ledenvergadering van het Genootschap nam de suggesties in deze nota in grote lijnen over. Eén van de belangrijkste verbeteringen was de aanstelling van een conservator voor het beheer van de verzamelingen en het toezicht daarop. In de wetswijziging van 1981 werd de wens van de Werkgroep tot aanstelling van conservatoren voor de hoofdonderdelen van de verzamelingen gehonoreerd. In 1976 hield de Werkgroep een pleidooi om de middeleeuwse houten gevel van het Genootschap aan de Wagenaarstraat 1 niet te verplaatsen en niet te verkopen aan derden. De algemene ledenvergadering van het Genootschap stemde in met een voorstel in deze richting waardoor de gevel, die inmiddels geheel is gerestaureerd, nog steeds op deze plaats te bewonderen is. Op 24 maart 1977 bracht de Werkgroep een prea-advies uit over het beheer van de histo- risch-topografische atlas Zelandia Illustrata van het Genootschap. Er heerste bij diverse leden al enige tijd onvrede over de slechte omstandigheden waaronder deze waardevolle verzameling gehuisvest was en geraadpleegd moest worden. Het belangrijkste advies was de atlas in bruikleen te geven aan een professionele instelling waarbij het Rijksarchief in Zeeland als de meest geschikte uit de bus kwam. Het bestuur van het Genootschap volgde op 6 december dit advies waarop de Zelandia Illustrata begin 1978 werd overgebracht naar het Rijksarchief. Tegelijkertijd werd een adviescommissie in het leven geroepen die moest adviseren over de noodzakelijke uitbreidingen van de atlas. Projecten Eind 1974 werd een commissie ingesteld voor het indiceren van het archief van het Genootschap tot circa 1800 om het zo voor diverse soorten onderzoek beter toegankelijk te maken. In dit jubileumjaar is het project definitief afgerond. Onder andere bij de voorbe reidingen van de onlangs gepresenteerde jubileumtentoonstelling is gebleken dat de index een waardevolle toegang vormt tot de oudste delen van het archief waardoor onder meer de historische achtergronden van bepaalde aankopen en schenkingen snel in het archief zijn terug te vinden. Enkele leden van de Werkgroep hielden zich bezig met het bewerken van het 'testament van Bommenee', het handboek van de Veerse stadsbouwmeester Adriaan Bommenee. In 1987 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1994 | | pagina 11