De provinciaal museumconsulent werd uiteindelijk in 1989 definitief bij de Zeeuwse Museumstichting ondergebracht. Het tegenwoordige Bureau provinciaal museumconsulent is sindsdien statutair belast met 'de ontwikkeling en de uitvoering van de steunfunctie ten behoeve van de Zeeuwse musea'. Het Bureau houdt zich bezig met advisering, informatie verschaffing, ondersteuning, deskundigheidsbevordering, collectieve publiciteit en mate riële dienstverlening. Samenwerking in de praktijk Het in gang zetten, organiseren en uitvoeren van werkzaamheden, activiteiten en projecten ten behoeve van de Zeeuwse musea kwam pas goed op gang vanaf 1985. Tussen de muse umvereniging en de museumconsulent ontstond, ieder vanuit de eigen, specifieke verant woordelijkheid, de afgelopen tien jaar een goede en vooral praktische vorm van samen werking. Sinds 1988 wordt vier keer per jaar het informatieblad voor museummedewerkers Muzeeade uitgegeven. In 1989 werd het Provinciaal museumoverleg opgericht, dat sinds 1990 ook het periodiek Muzedoze uitgeeft. In 1988 en 1990 werden provinciale museumbrochures uitgebracht en in 1992 de videofilm 'Het verhaal van Zeeland. Een reis langs de Zeeuwse musea'. Er waren studiedagen over onder meer rondleidingen, munten en penningen, voorlichting, PR en reclame, automatisering en beteksting. In 1988, 1992 en 1993 werden tentoonstellingsprojecten gerealiseerd over respectievelijk de Zeeuwse musea ('De Zeeuwse musea tentoongesteld'), muntvondsten ('Schatten in de bodem') en dorpen ('Kijk op dorpen in Zeeland'). Tijdens het Nationaal Museumweekend van de afgelopen jaren werden publieksactivitei ten, vooral gericht op de eigen bevolking, ontwikkeld en uitgevoerd. Voor de musea tenslotte werd een permanente uitleenfaciliteit voor expositiematerialen (wissellijsten, vitrines en paneelverbindingsklemmen) en meetapparatuur (thermohygro- grafen, UV-meter, Lux-meter en thermohygrometer) gerealiseerd. Hetzelfde anders: musea en museumstructuren De musea van vandaag en morgen zijn de musea van vroeger niet meer. Maar wat was en is nu eigenlijk precies een museum? Geen boeiender gespreksonderwerp dan dat. Maar ook geen moeilijker en complexer gespreksonderwerp. Vooral als aan de uitkomst van die discussie consequenties zijn verbonden, bijvoorbeeld het lid maatschap van een museumvereniging of een subsidie. Reeds in 1970 werd door de heren J.A. Trimpe Burger en W.H. Keikes een soort van beginselverklaring voor musea, aangesloten bij de vereniging 'Federatie van Zeeuwse musea en oudheidka mers' opgesteld. Hierin werd ook een opsomming gegegeven van de elementaire taken die een museum(beheerder) geacht wordt te verrichten. Taken die terugkomen in de in 1974 door de International Council of Museums (Icom) geformuleerde definitie, die sindsdien als 'Icom- definitie' algemeen is geaccepteerd: 'Een museum is een permanente instelling ten dienste van de gemeenschap en haar ontwikkeling, toegankelijk voor het publiek, niet gericht op het maken van winst, die de materiële getuigenissen van de mens en zijn omgeving ver werft, behoudt, wetenschappelijk onderzoekt, presenteert en hierover informeert voor doel- 34

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1994 | | pagina 36