De vorm van het gebruik wordt bepaald door de twee hoofdfuncties van archieven, de
bewijsfunctie en functie als bron voor historisch onderzoek. Deze twee primaire functies
hangen nauw samen en zijn in zekere zin omgekeerd evenredig. Jonge en recente archie
ven zijn door hun bewijsfunctie van direct belang voor de administratie en zijn voor de his
toricus nog relatief onbelangrijk. Hoe ouder archieven worden, hoe kleiner deze adminis
tratieve waarde wordt en hoe groter de waarde als bron voor historisch onderzoek, totdat
tenslotte het administratief belang geheel verdwijnt.
Alhoewel het rijksarchief de laatste jaren toch gemiddeld zo'n 300 uitleningen 'van admi
nistratief belang' verzorgde, richten wij ons hier verder op het gebruik van de bestanden op
de studiezalen. Net als de groei van het bestand hebben de aantallen bezoekers en de door
hen gebrachte bezoeken zich de afgelopen dertig jaar in een stijgende lijn bewogen van 245
respectievelijk 678 in 1964 naar 1692 en 7032 in 1993. Het exacte verloop blijkt uit de bij
gaande grafiek.
Rijksarchief in Zeeland;
bezoekerscijfers 1964 t/m 1993
Deze gestaag groeiende stroom bezoekers had ten gevolge dat steeds vaker het bordje 'stu
diezaal vol' op de deur verscheen. In 1982 zelfs op 83 dagen. Om hier enigszins aan tege
moet te komen werd in 1983 met veel passen en meten de oorspronkelijke capaciteit van
de enige studiezaal van 16 plaatsen vergroot naar 24, met als direct gevolg nog maar 25
dagen het bordje 'vol' op de deur. Dit bordje kon in 1987 definitief worden opgeborgen
omdat, als gevolg van een uitbreiding in het voormalige Abdijrestaurant, een tweede stu
diezaal in gebruik genomen werd waardoor het totale aantal zitplaatsen op 40 kwam. Deze
tweede en grootste studiezaal was bestemd voor de raadpleging van de primaire genealo
gische bestanden aangezien het percentage genealogische bezoekers sinds jaar en dag rond
75 schommelt.
Al onze bezoekers komen voor informatie uit archiefstukken. De achtergronden en doel
stellingen van de bezoekers zijn echter zeer verschillend, hun onderzoek kan voortkomen
uit werk, studie of hobby. Toch hebben zij allen één ding gemeen: het toenemende verlan
gen hun onderzoek in een of andere vorm te publiceren. De stijging van het aantal bezoe
kers aan het rijksarchief en de gemeentelijke archiefdiensten leidde de laatste decennia tot
een hausse aan publikaties op verschillende terreinen, vooral op (regionaal-)historisch
41