Fototentoonstelling van
Eva Bresnyö in het ZDC,
augustus 1989.
strooid bestaan leiden, kunnen als databestand weer verenigd worden en wellicht ooit zelfs
fysiek. Niet alleen de kaartenbak, ook de stukken zelf zullen door hel beeldscherm worden
vervangen. Nieuwe toepassingen en nieuwe informatiedragers zullen worden uitgevonden
die behalve voor veel mogelijkheden, ook voor nieuwe problemen gaan zorgen, zoveel is
wel zeker...
De stadia in de trits acquireren. beschrijven, beheren en presenteren hebben de afgelopen
decennia om aandacht binnen het Zeeuws Documentatiecentrum gestreden. Er is een vol
wassen instituut ontstaan dat doorgaat met zijn doelstelling en daarbij iedereen die infor
matie zoekt over Zeeland ten dienste wil staan. Met de andere instellingen wil het
Documentatiecentrum op eigen wijze zorg dragen voor het Zeeuwse culturele erfgoed,
zowel in materiële als immateriële zin. Onmiskenbaar groeien instellingen qua benadering
van materiaal en publiek naar elkaar toe. De geautomatiseerde catalogus maakt het docu
mentalisten mogelijk dwarsverbanden tussen onderdelen van collecties te leggen waardoor
oorspronkelijke verbanden, bijvoorbeeld in herkomst of eigendom, eenvoudig hersteld
kunnen worden. Dezelfde automatisering maakt het archivarissen steeds makkelijker nade
re toegangen op archieven te maken, waardoor de toegankelijkheid sterk wordt vergroot.
Het besef veel gemeen te hebben brengt instellingen, verenigingen en publikatiemiddelen
als Nehalennia in wisselende configuraties steeds vaker vruchtbaar bijeen, waarbij het
aloude Zeeuwse motto 'Ieder het zijne' prachtig te combineren blijkt met iets als 'Eendracht
maakt meer mogelijk'.
Noten
1. Bij de verhuizing in 1985 naar de Kousteensedijk werd de naam omgezet in Zeeuws Documentatiecentrum.
2. Jaarverslag van de Provinciale Bibliotheek van Zeeland, 1961, p. 7.
3. Respectievelijk: Slager, K., Landarbeiders. Verhalen om te onthoudenNijmegen 1981, en Slager, K. en P. de
Schipper, Vissers verhalen over hun leven in de delta, Goes 1990.
4. Bij het drukwerk van voor 1800 wordt een werk ook tot het Zeeuwse culturele erfgoed gerekend als het door
een Zeeuw is geschreven, in Zeeland is gedrukt en uitgegeven of een Zeeuwse boekband heeft, zonder dat de
inhoud van het boek betrekking heeft op Zeeland of de Zeeuwen.
5. In totaal is de collectie oud bezit ruim 10.000 banden groot. Ruim 30% is nu vindbaar via de geautomatiseer
de catalogus. Het overige deel van de collectie volgt op afzienbare termijn.
50