Dit is leuke en interessante plekken in ons gewest zijn. Wat dacht u van de 'Rattekaai' in de Eerste Bathpolder (gemeente Reimerswaal), waar we met M.R de Bruin over de historie van de Bathpolders spraken of het Verdronken Land van Zuid-Beveland. waar we met Frank de Klerk door de slikken ploegden op zoek naar sporen van het verdronken dorpje Nieuwlande. Of het aardige streekmuseum in St. Annaland, alwaar de heer Geuze ons 'alles' over de meekrapteelt wist te vertellen ofte veel om op te noemen. Uitstapjes over de pro vinciegrens heen werden ondernomen naar Damme. Bergen op Zoom en diverse plaatsen op Goeree-Overflakkee (dat wellicht Zeeuws gaat worden; sommige eilandbewoners heb ben daar geen problemen mee, maar anderen zijn bepaald tegen is ons gebleken). Ging het bij 'de kerk' vooral om het gebouw en het orgel, bij 'de ronde' waren twee zaken van belang: de plek èn een deskundige die daar iets over kon vertellen. Als mij één ding duidelijk is geworden dan is het wel dat onze provincie enorm veel deskundigen herbergt, die vaak zeer boeiend over hun leefomgeving kunnen vertellen. Soms hoorden we oude verhalen en leuke anekdotes en kwamen er foto's op tafel van mensen, boerderijen en gebeurtenissen. Nog vaker maakten we een rondgang door een stad of dorp en bezochten we (gemeente)huizen, kastelen, musea, boerderijen en bijzondere gebieden. Soms ook waren de onderwerpen aangrijpend en waren onze zegslieden er emotioneel bij betrokken, zoals de programma's over de watersnoodramp van 1953 die we op Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duiveland vervaardigden. Na twee jaar kwam De Zeeuwse tijdmachine voor De ronde van Zeeland in de plaats. Wederom een programma van een half uur en wederom op de maandagnamiddag. Dit keer stonden echter meer de personen en de onderwerpen centraal. Wie is dat en wat doet hij of zij met geschiedenis? Begonnen werd (op maandag 6 september 1993) met een korte serie over de bronnen van onze kennis: als je de historie van je eigen omgeving wilt bestuderen waar kun je dan in Zeeland terecht? Zo gingen we achtereenvolgens in op archie ven, bibliotheken, musea en de archeolo gie. Daarna kwamen de mensen en de his torische onderwerpen waar zij mee bezig zijn aan bod. En, het wordt eentonig, alweer ontdekten we dat er heel veel des kundigen in onze provincie zijn, zowel professionals als amateurs die begeesterd over 'hun' onderwetp kunnen vertellen, of het nu over vliegverkeer in vroeger tijden, slavenhandel, West Zeeuws-Vlaamse archieven, oude boerderijen of de V.O.C. gaat. Gelet op de komende zendtijduitbreiding van Omroep Zeeland zal De Zeeuwse tijd machine dit najaar verhuizen naar een ander tijdstip en iets anders van opzet worden. Duidelijk is echter wel dat we nog heel lang kunnen doorgaan met het maken van cultuurhistorische radioprogramma's. Dit 70

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1994 | | pagina 72