zou keren. Een onderzoek onder toeristen, begin jaren negentig, bracht echter aan het licht dat steeds meer bezoekers geïnteresseerd waren in de cultuurhistorie van hun vakantiestek. Zon, zee en strand zijn nog steeds immens populair, maar daar is dus wat bijgekomen. Ook werd ontdekt, dat er te veel druk ontstond op de Zeeuwse kuststreken. Overal verschenen campings, bungalowparken, hotels, discotheken, tweede-huizen-complexen, attracties en kampeerboerderijen. Het verkeer van en naar het strand werd drukker en drukker, parkeer terreinen konden de vraag bijna niet aan en Zeeland was vol; althans, dat werd door som migen, onder wie politici, geroepen. Zeeland was echter helemaal niet vol, de kuststreek was vol. Recent is dan ook door Gedeputeerde Staten van de provincie besloten, dat er niet al te veel meer mag worden bijgebouwd aan de kust. De reden daarvoor is overigens niet alleen de drukte voor de toeristen zelf, maar voornamelijk de natuur, die in de smalle duin gordel te veel last heeft gekregen van de oprukkende drukte. De toerist komt misschien voor zijn rust, maar daar denkt de natuur heel anders over. Wat te doen? Seizoensverlenging kwam in zwang. Als de toeristen verspreid konden worden over meer maanden dan de zomervakantiemaanden, werd de druk minder. Maar, dan moesten er wel activiteiten zijn voor de toeristen. Het hoogseizoen is namelijk aantrekkelijk voor de mees te mensen, juist vanwege het weer. Buiten het hoogseizoen is de kans op minder zon gro ter en wat moetje dan. Om een lang verhaal kort te maken: de provincie bedacht een plan om die seizoensverlenging gestalte te geven. Het was al langer mogelijk dat mensen met goede ideeën op het gebied van recreatie en toerisme geld van de provincie kregen. Er is bij de provincie een Toeristisch Recreatief Ontwikkelingsfonds (TROF). Uit deze pot met geld werden en worden activiteiten gesubsidieerd, die de recreatie en het toe risme in Zeeland ten goede komen. Eind 1992 kwam de provincie met een beleidsplan voor recreatie en toerisme, onder de naam 'recreatie en toerisme in evenwicht'. Daarin is aangegeven welke kant het op zou moeten. Vier thema's zijn van uitzonderlijk belang en initiatieven op die terreinen komen dan ook eerder in aanmerking voor subsidie. Het betreft de thema's recreatie en cultuurhistorie, recreatie en natuur en landschap, recre atie en milieu en recreatie en leefbaar heid. In dit verhaal beperk ik mij tot het thema recreatie en cultuurhistorie. Overigens zijn er diverse raakvlakken tussen cultuurhistorie en natuur en land schap. Wat wil de provincie nu op het gebied van recreatie en cultuurhistorie? Om een paar krenten uit de pap te vissen: het bevorderen van de toegankelijkheid en de openstelling van gebouwen, het verkennen van de mogelijkheden voor het maritiem historisch erfgoed, zo ook voor de kunstenaarskolonie in Domburg, Arsenaalcomplex, Vlissingen. 74

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1994 | | pagina 76