Winter in de
Kapelse Moer.
komen veelvuldig voor. Regelmatig broeden in het gebied zeldzame soorten als kemphaan
en velduil. Uiteraard is hiermee het vogelbestand niet uitputtend beschreven. Vele tiental
len kleine zangvogels bevolken de meidoornbossen op de kreekrugjes. Vroeger kon je er
genieten van de visvangst door de ijsvogel: maar de laatste jaren mis ik deze vlugge visser.
In de meidoornbosjes
op de kreekruggetjes
komen tientallen
kleine zangvogels voor.
In beide gebieden komen honderden verschillende plantensoorten voor. Vooral in de sloten
zijn door het brakke water diverse zoutminnende planten aanwezig, die elders slechts op de
schorren zijn te vinden. In de nazomer bloeit overdadig de zeeaster. Verschillende kleine
zoekwegen lopend slingerend door de weilanden, om ergens plotseling in het niets te ein
digen. Langs en op deze zoekwegjes komen tredplanten in groten getale voor. Vooral bij
deze onverharde of half verharde wegjes is de overgang naar de bermen veel geleidelijker
dan bij verharde wegen het geval is. De brede overgangszone zorgt voor een rijk planten
en dierenleven. Ook tientallen insektensoorten profiteren van de vegetatie van deze zoek
wegjes.
Met wat geluk kun je vooral in de Kapelse Moer in de avondschemering ook reeën tegen
komen. Nu het in het kader van de ruilverkaveling aangeplante Kapelse bos overdag vol
doende dekking biedt, komen ze op de weilanden graag voedsel zoeken.
83