veroorzaakt ecologische, sociaal-economi
sche, etnische en culturele veranderingen en
verschuivingen zonder weerga - en velen,
zoals omstreeks 1800, proberen het vergrui-
zelde houvast te hervinden in het verleden.
Maar er is tegelijk een groot verschil met de
vorige eeuw, stelde H.W. von der Dunk kort
geleden vast in zijn Nieuwe-Kerklezing. De
'razendsnelle ontwikkeling van de technolo
gie' heeft de 'vervreemding van het verleden'
enorm bevorderd. Afbraak van het vooruit
gangsgeloof, dat toch uitging van historische
continuïteit, en 't diskrediet van historische
bindmiddelen als het nationalisme dragen
daar nog eens aan bij. Een vrucht van de
steeds uitdijende historische bedrijvigheid
en data-opslag is voorts het besef van het
unieke en onherhaalbare - en dus wezenlijk
vreemde - van andere tijden. De technologie
en de door haar gegenereerde materiële en
cognitieve overvloed stellen ons in staat om
door een archeologisch themapark als
ARCHEON te dwalen. Dat park is naar mijn
smaak het bezoeken meer dan waard; maar juist het hier gerealiseerde complex van 'per
fecte' simulaties werkt in een bepaald opzicht óók als een omgekeerde verrekijker. Immers,
het tafereel van een archeotolk die een 'offer aan Nehalennia' brengt, en daarbij in
Algemeen Beschaafd Nederlands toelichtingen verstrekt aan toeziende dagjesmensen uit
de verre toekomst van 1994, verwijst evenzeer naar de wereld van de science fiction als
naar de verzonken realiteit van inheems-Romeins Zeeland. De verwijzing naar SF is ove
rigens een associatie die door ARCHEON niet afgewezen zal worden, getuige de onder
houdende 'tijdreis' compleet met tijdmachine-achtige effecten die men in het entreegebouw
biedt.
'Nehalenniatempel' in ARCHEON, 1994.
Als een verwilderde variant van Huizinga's 'historische sensatie' - want opgeroepen door
simulatie van het verleden in plaats van door authentieke historische sporen - kan mis
schien ook het recept van mensen als De Quelery dienst doen. 'De schepen laten leven': die
kunstgreep brengt de beschouwer in direct affectief contact met het historische fenomeen
van het vierkant getuigde schip, en wekt zo weer identificatie op met de 'andere tijden'. Dat
geldt des te meer voor de lijfelijke realiteit van een tall-ship dat op de rede van Vlissingen
verschijnt, en waar je nadien zelfs aan boord kunt gaan. Zulke exponenten van 'geschiede
nis buiten het boekje' zijn een vitaal en welkom complement van die laatste detailstudie
over de inpoldering van het Hellegat, of dat verkleurde regentenstuk in een naar boenwas
ruikende museumzaal.
Literatuur
H.W. von der Dunk, 'Het ozongat van de geschiedenis', Vrij Nederland 28 mei 1994, 38-41.
J. Geerlink, 'Archeon', Nehalennia afl. 95, 1993, 17-21 (themanr. Archeologie in Zeeland).
91