DERTIG JAAR WERKGROEP HISTORIE EN ARCHEOLOGIE J.H.F. Schwartz Aan het begin van de jaren zestig stond Zeeland op een keerpunt. Grote werken waren vol tooid, in uitvoering of in voorbereiding. De eerste Deltadammen waren aangelegd, de Zeelandbrug in aanbouw, het Sloegebied in ontwikkeling, grote herverkavelingsprojecten en stadsuitbreidingen stonden op stapel en het toerisme kwam op. Tegelijkertijd dreigden vele zaken bijna geruisloos te verdwijnen. Monumenten, landschappen en tradities kwamen in gevaar. Tegen die achtergrond ging men zich meer richten op het behoud van deze waar den of minstens het vastleggen en documenteren daarvan. De oprichting van de Werkgroep Historie en Archeologie, de eerste werkgroep van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, was daar een voorbeeld van. Studiekring Historie van Zeeland Bij de veranderingen die het Zeeuwsch Genootschap in 1961 met het aannemen van een nieuwe 'wet' had ingezet behoorde ook een bundeling van activiteiten op een specifiek wetenschapsterrein. In het najaar van 1963 stelde het Genootschap diverse zogenaamde studiekringen in. Aanvankelijk waren de studiekringen regionaal van opzet. Zo stichtte men studiekringen in Schouwen-Duiveland en Zeeuwsch-Vlaanderen. Naast een reeds actieve studiekring 'Filosofie' ontstond ook een studiekring 'Historie van Zeeland'. Deze kring, bestaande uit acht leden, kwam op 24 september 1963 voor het eerst bijeen onder leiding van ir. E. Niemeyer. In deze vergadering werd een lijst van hiaten in de geschiedschrijving van Zeeland vastgesteld, zodat in de toekomst deskundige sprekers konden worden uitge nodigd om over die onderwerpen een voordracht te houden. Bovendien werd overwogen deze nieuwe gegevens door middel van een eenvoudige uitgave te publiceren. Vrijwel maandelijks kwam de studiekring daarna bijeen voor vergelijkende kaartstudies of voor drachten over de inpolderingen in de Gouden Eeuw, de ontwikkeling van het Sloe, het ver dronken land van Reimerswaal, de oever- en dijkvallen in Zeeland en de volkenrechtelijke aspecten van de Westerschelde. Sectie Historie en Archeologie In dezelfde periode wendde de Stichting voor het Bevolkingsonderzoek in de drooggeleg de Zuiderzeepolder zich tot het Provinciaal Bestuur van Zeeland met de vraag of voor het bevolkingsonderzoek in het Deltagebied wellicht een soortgelijke instelling gewenst zou zijn. Deze instelling zou tot doel hebben de bestudering en vastlegging van de veranderin gen die zich in Zeeland voordeden tengevolge van de aanleg van de Deltawerken. Een Commissie Bevolkingsonderzoek Deltagebied zette zich daarop aan het werk. Begin 1964 bleek men nog maar weinig concrete vorderingen te hebben gemaakt. Op dat moment zag het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen hierin een taak voor zich weggelegd en vatte secretaris W.D. de Bruine het plan op een congresdag te organiseren waarop de maat schappelijke noodzaak van het bevolkingsonderzoek nog eens op verschillende manieren naar voren gebracht kon worden. Op 19 september 1964 vond dit congres, onder de naam Bevolkingsonderzoek Deltagebied plaats. Het was de eerste keer dat het Genootschap, als onderdeel van de vernieuwing, een congres organiseerde. De bijeenkomst werd geopend in het Middelburgse City-theater door 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1994 | | pagina 7