lYde-eeuws liedje vond hij de regels: 'Dies loope Hannes met Lijs(j)e Op schaatsen ten ijse.'^ Deze regels passen uitstekend bij een (vrijend) paartje. Hoe het zij, Annetje- Liesjesdag was een uitverkoren dag voor jonge gelieven! Zolang we er van uitgaan dat onze feestdag zijn naam te danken heeft aan (persoons)namen, komt de vol gende uitleg ook in aanmerking. Twee rooms-katholieke feestdagen die tegelijk gevierd werden, waren die ter ere van Anna de profetes (Lucas 2:36) en die van Elisabeth, de moeder van Johannes de Doper (Lucas 1:57); Anna-Elisabeth wordt zonder moeite Annetje-Liesje. Walcheren was echter niet zo roomsgezind, en 't lijkt me niet waarschijnlijk dat de calvinis tisch denkende boeren de feestdag van hun personeel zo'n rooms-katho- liek tintje zouden toestaan. Johannes ab Utrecht Dresselhuis maakt het wel bont met zijn verklaring over de naam Annetje-Liesjesdag. In de Zeeuwsche Volksalmenak van 1837 schrijft hij een artikel waarin hij veel aandacht schenkt aan de godin Neha- lennia, die door hem zeer bewonderd wordt: 'Zij was in de oogen der va deren de heilige wel-dadige Natuur, de hulpvaardige moeder, voedster en verzorgster der menschen, die door hare onbeperkte kracht alles behoedde en door heilzame wetten het menschdom tot beschaving opleid de.' Niets meer of minder dan een volmaakte godin dusHij weidt uit over de meimaand, de mooiste maand van het jaar, waarin het meifeest wordt gevierd, de dag van Nehalen- nia, en 'als zoodanig, de dag der maagden en der moeders.' Zonder verdere uitleg beweert hij dan dat Hanneliesjesdag een ellendig misvormd overblijfsel is van het mooie meifeest; Hanneliesje vat hij op als een verbas tering van Nehalennia. Annetje-Liesjesdag zonder Annetje We kunnen bij een poging tot ver klaring van de naam Annetje-Liesjesdag ook van andere mogelijkheden als namen uitgaan, zeker in aanmerking genomen dat men op het platteland altijd van Liesjesdag sprak, en 'Annetje' wegliet. In de Zeeuwse dialecten komen nog al wat woorden en klanken voor die ons aan het Engels herinneren, zoals bijvoorbeeld 'bóórd' (kastplank) 'butter' en 'joe'. Het Engelse werk woord to lease wordt in onze tijd zó veel gebruikt dat we nog nauwelijks aan een vreemde taal denken, maar zou leaseday niet gemakkelijk te ver basteren zijn tot Liesjesdag? Een bezwaar is dat we to lease ge bruiken om dingen te (ver)huren en geen mensen. In de loop van de tijd veranderen woorden echter nogal eens van betekenis. Zo komen we ons oude woord voor vlees, 'lik' (lijk) nog slechts tegen in het woord likdoorn, terwijl ieder weet dat er heel wat meer vlees in omloop is dan alleen zo'n pijnlijk gezwelletje. Misschien heeft het werkwoord to lease ook een andere of ruimere betekenis gehad en werd het vroeger wèl voor het (ver)huren van mensen gebruikt. Ook in de Franse taal kunnen we een mogelijk aanknopingspunt vinden: een feestdag is namelijk in 't Frans een jour dé liesse. Of we nu kiezen voor de Engels- of voor de Fransta lige oplossing ligt er maar aan of we de nadruk leggen op het zoeken van een nieuwe 'huur' of op het feest vieren op Liesjesdag door het boeren- personeel. De Encyclopedie van Zeeland doet ons nog een idee aan de hand. De dienstbodenordonnantiën van Middel burg vanaf 1671 spreken over licen- tiëren van het dienstpersoneel, dat elk jaar vóór 6 november plaatsvond. Zou Liesjesdag nog afgeleid kunnen zijn van licentiedag? We zien dus dat zowel het woord Lies jesdag als Annetje-Liesjesdag met wat fantasie oest te verklaren is. Maar misschien heeft J. Vader gelijk als hij in een stukje over dit onderwerp schrijft: 'Gissingen en boude bewe ringen zijn er in de loop van de tijd al genoeg over gemaakt. Maar we kun nen rustig aannemen dat geen ge leerde, noch ongeleerde sterveling er het ware van weet.'^ 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1994 | | pagina 22