MEDEDELINGEN VAN DE ZEEUWSCHE VEREENIGING VOOR DIALECTONDERZOEK Terugblik van een scheidend bestuurs lid. Voor zover ik in mijn eigen papie ren kan nagaan ben ik eind 1979 lid geworden van de Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek. Dat betekent dat ik nu 15 jaar lid ben. In 1983 werd ik lid van de kascommis- sie voor de rekening over 1982 en ik bleef dat tot in 1985. Gelukkig verliep dat zonder problemen en voor al ook, omdat penningmeester Oele zijn financiële zaken accuraat ver zorgde Op 19 oktober 1985 werd ik tijdens de jaarlijkse vergadering in 'De Vroo- ne' benoemd tot lid van het bestuur in de vacature Van Boven en na een herverkiezing op 21 oktober 1989 bleef ik dat tot heden. Nadat ik in de peri ode 1991-1994 driemaal plotseling (maar gelukkig kort) in het zieken huis terechtkwam besloot ik enige bestuurslidmaatschappenwaaronder van deze Vereeniging, te beëindigen. Het feit, dat ik aan mijn 65ste jaar begin is ook een reden om dit besluit gemotiveerd te nemen, terwijl ik nog wel andere motieven kan noemen, die goed verdedigbaar zijn. Mede mag van mij een periode van zo'n 10 jaar best voldoende genoemd worden om dit besluit te overwegen. Met plezier kijk ik terug op die peri ode. Zoals het een mens betaamt heb ik getracht in alle bescheidenheid aan het bestuur deel te nemen. Ik voel en voelde mij steeds gesteund door de raadgevingen, de grote in breng en de kennis van zaken van mijn medebestuurders. Zonder ook maar iemand te kort te willen doen denk ik dan aan het werk van b.v. mevrouw Van de Broecke-de Man, mevrouw Bakker, Mevrouw Van de Zande-Vleugels Schutter, de heer en mevrouw Oele en de heren Willem- sen. Kluiver, Braber, Sponselee en Wagner. Om niet te vergeten mevrouw Rijstenbil en de heren Francke en De Klerk. Met genoegen denk ik te rug aan de heren Van de Bos, De Bruin en Geuze. Daarnaast doet het me goed me mensen te herinneren, die voor het bestuur en daarmee ook voor de Vereeniging van groot nut zijn of waren. Daartoe mag ik zeker rekenen: mevrouw Schippers-le Bleu, mevrouw Soldaat, mevrouw Devos, de heer De Vin, de heer Berns van het Meertens Instituut, de heer Tael- deman, de heer Leijdekkers en de heer Engel Reinhoudt. Allemaal men sen, waarop we vaak een beroep moch ten doen voor speciale momenten. Het werk van de Vereeniging is gebaat met steun en medeleven van de pro vinciale en gemeentelijke overheid. Ik noem de provincie, omdat die ook met financiële middelen reeds veel voor de Vereeniging betekende. Daar bij zij ook vermeld de interesse van die zijde voor de Dialectdagenin mijn periode o.a. getoond door de aanwezigheid van de Commissaris der Koningin de heer Boertien en de ge deputeerden Boersma, De Voogd, me vrouw Maris-Koster en de heer Dek. Mensen, die zich tot ons genoegen meestal goed en vlot in enig Zeeuws wisten uit te drukken. En betreffende de gemeenten mag ik zeker gewag maken van de aanwezigheid van het burgemeestersechtpaar van Kapelle, de heer en mevrouw Van Bommel, die jaarlijks de Dialectdag plachten bij te wonen. Binnen het bestuur heb ik het 60- jarig bestaan kunnen meemaken, de bezorgdheid voor- en de bezorging van het archief en de totstandkoming van vele regioboeken. Verder het besluit om te komen tot het supplement op het woordenboek, gevolgd door het oprichten van de Stichting 'De Zeeuwse Taele', welke inmiddels on der leiding van voorzitter De Regt goede vorderingen maakt om het ge stelde doel te bereiken. Bij dit afscheid zeg ik mijn medebe stuurders dank voor de prettige en ongedwongen wijze, waarop wij met elkaar kunnen omgaan en tevens voor de goede zorg, die tijdens de verga deringen in huize Oele ons deel was. Die dank is mede namens mijn vrouw en mijn gezinsgenoten. Bij de start 3 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1994 | | pagina 40