ANNETJE-LIESJESDAG OP WALCHEREN G.G. Trimpe Burger-Mekking Weinigen in Zeeland zullen nog weten wat de vroeger zo belangrijke Annetje- Liesjesdag op Walcheren inhield, en slechts een enkeling zal zo'n ouderwetse feestdag zelf hebben meegemaakt. Het was - met name voor het personeel op de boerenbedrijven - een hoogtijdag: men kreeg het halfjaarlijkse loon, maakte plezier en kon uitkijken naar een huwelijkspartner. Tegen de avond gingen de 'meiden' en 'knechts' die op Liesjesdag van betrekking veranderden naar hun nieuwe baas of bazinne. Over de herkomst van de naam Annetje-Liesjesdag is veel gefilosofeerd; een afdoende verklaring voor de oorsprong van de naam geving is echter niet geleverd. Annetje-Liesjesdag, een belangrijke dag Vroeger vond op Walcheren1 de dienst- wisseling of dienstverlenging van het boerenpersoneel plaats op de eerste donderdag in oktober, die Liesjesdag werd genoemd. De St.-Bavomis van 1 oktober herinnert nog aan deze wis seling van de wacht in een zin als bijvoorbeeld: 'Méte Baemesse krie'k 'n nieuwe meid.' Toen de gewoonte ontstond om twee maal per jaar een arbeidsovereenkomst te sluiten, kreeg de eerste donderdag in mei, naar ana logie van die in oktober, ook de naam Liesjesdag. In Middelburg sprak men van Annetje-Liesjesdag, op het plat teland kortweg van Liesjesdag. Het personeel 'verhuurde' zich voor de zomerperiode van mei tot oktober, daarna voor het tijdvak oktober tot mei. Hoewel de eerste periode zeven maanden omvatte en de tweede slechts vijf, was het loon dat op de twee Liesjesdagen werd uitbetaald hetzelf de, omdat er 's zomers op de boerde rij langer en harder gewerkt moest worden dan 's winters. De knechts drukten hun loon gewoonlijk uit in rijksdaalders, de meiden in ponden (één pond was zes gulden). Na de uitbetaling 's morgens kon het personeel dikwijls met de boerenfa milie in de 'vêêrewaehen' meerijden 'naer stad'. De boer en boerin gingen meestal naar de donderdagmarkt in Middelburg, dus ook op Liesjesdag, maar eigenlijk was dat toch dè dag van de meiden en knechts, 's Morgens werden er inkopen gedaan, daarna was het feest. Er werd gehost, ge zongen, gedronken en gelonkt naar een toekomstige partner. Met lange 1Noe, Jekemine, als ji joe beuter en eijers te mert gebrogt hebt, zullen wi te geeren Anneliesjes mert gaan houen. rijen, arm-in-arm, zwierde men door de Lange Delft en over de Markt. Sommige dorpen hadden hun eigen café: het schijnt dat de Koudeker kenaren vooral in 't Wapen van Zeeland op de hoek van de Gortstraat waren te vinden, terwijl het café van Minderhoud in de Segeerstraat klanten uit Westkapelle trok. In het Zincken Tooghje in de Beddewijkstraat ont- 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1994 | | pagina 19