M.P. de Bruin (rechts) presenteert zijn laatste publicatie aan Gedeputeerde
De Kok
lang door en om de slaap de baas te blijven
zette hij zijn voeten in een teil met koud
water. Nu heeft hij de laatste punt gezet. Wat
overigens niet wil zeggen dat hij nooit meer
mee wil werken aan een uitgave, maar zelf
schrijven, nee...
Hij zegt de derde leeftijd te hebben bereikt,
een leeftijd waarop je steeds meer familie en
vrienden om je heen ziet wegvallen. Daar
heeft hij het soms moeilijk mee. Van het
groepje vrienden dat ergens omstreeks 1939
vrolijk de camera inkijkt, is Jaap Tevel niet
meer in leven, begin 1994 overleden. Deze
vriendschap, die teruggaat tot op de ULO.
was een heel grote. Het verlies van een vriend
is volgens M. P. soms erger dan het verlies
van een ver familielid. Je vrienden kies je
tenslotte uit. Onlangs moest hij afscheid
nemen van zijn moeder, die in de leeftijd van
96 jaar overleed.
Uit veel van wat hij heeft gedaan blijkt een
behoefte om te willen worden herinnerd. Aan
de wand van zijn werkkamer hangt een
poster. Veel omslagen van zijn publicaties zijn
daarop bijeengebracht. De titel van de poster,
gekregen van een uitgever, luidt: 'Het is
gezien, het is niet onopgemerkt gebleven', de
laatste zin uit de eerste roman van Gerard van
het Reve, De avonden. De wens iets gedaan
te hebben dat beklijft. M. P. heeft die status
inmiddels wel bereikt. Hij is gezien en niet
onopgemerkt gebleven.
11