TANNETJE VRIJHEID Een zwart slavinnetje in het achttiende-eeuwse Grijpskerke Corneiis Sanderse Als we alleen maar zouden zoeken naar feitelijke historische gegevens zou dit verhaaltje vlug verteld zijn. Een paar notities uit het jaar 1765 in de kerkelijke administratie van Grijpskerke, dat is bijna alles wat er te vinden is. Toch valt er over Tannetje Vrijheid wel iets meer te vertellen, omdat de feiten aangevuld kunnen worden met veronderstellingen die een grote waarschijnlijkheid hebben. Ds. Michael van de Vondel, gekomen van Colijnsplaat en 26 augustus 1764 in Grijpskerke als predikant bevestigd, noteert in het doopboek: 'Tannetje. Eene Moorinne. toegenaamd Vrij heid is gebooren (zoo als uijt berichten bleek den 7 Maart 1749 te Jeranbekwoeij op de Kust van Guinee, haar Vaders naam gaf zij op als dat was Sakkepee Somponderewopee haar moeders naam Magorobbe Magondorobbe. Zij was tot slavin ingekocht op de boven of Greijn Kust van Guinee; door de Hr. Capt. Pieter Stap in het Vaderland gebracht den 2 Junij 1762. In den Christen Godsdienst onderwezen, en tot lidmaat aangenomen den 8 Maart 1765. Gedoopt den 17 Maart daar aan volgende. De doopgetuijgen waaren Marinus de Nijssen, en Tannetje Leijnsen weduwe van Capt. Jacobus de Nijssen We weten hierdoor, waar en wanneer Tannetje geboren is en dat zij door kapitein Pieter Stap in 1762 naar Walcheren is gebracht. Pas in 1764 vinden we haar spoor terug in Grijpskerke. In de notulen van de kerkeraad schrijft ds. Van de Vondel dat zij bij de doop genoemd werd naar de vrouw van 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1995 | | pagina 14