1
DE AFBRAAK VAN DE WEDEROPBOUW
Enige bespiegelingen over de ontwikkeling van de Middelburgse binnenstad na 1940
Robbert Jan Swiers
'Alles van waarde is weerloos'. Deze regel uit een gedicht van Lucebert siert het
kantoorgebouw van een verzekeringsmaatschappij in hartje Rotterdam. Ik weet niet precies
waarom deze versregel daar is vermeld, alhoewel ik enige vermoedens koester van minder
verheven aard. Is de regel gewoon verworden tot een goedkope reclameleus? Ik denk het, maar
wil nog wel een stapje verder gaan. Geldt het de brute vernieling van de Rotterdamse binnen
stad in de meidagen van 1940, weerloos tegen het Duitse bombardement? Het is mogelijk in
mijn verbeelding, maar Lucebert dacht breder en had waarschijnlijk beide mogelijkheden niet in
gedachten. Overigens is de uit zijn context gerukte regel niet meer te lezen door degene die de
Maasstad per spoor binnendringt. Een tunnel onttrekt de binnenstad aan het zicht van de trein
reizigers. Jammer, vind ik, hoe begrijpelijk ook vanuit verkeerstechnisch oogpunt, want de
intocht in Rotterdam liet altijd zien hoe de stad tot nu toe telkens weer veranderde door ge
durfde architectuur.
Rotterdam is te vergelijken met andere steden
die gehavend uit de oorlog kwamen. Ik noem
slechts Vlissingen, Middelburg, Arnhem,
maar ook kleinere steden en dorpen als
Valkenburg (Z.H.) en in Zeeland Oostburg en
Breskens. De vergelijking betreft niet alleen
de vernieling, maar ook de wederopbouw. De
keuze van het gemeentebestuur, vaak in
oorlogstijd al genomen, voor de wijze van
wederopbouw is beslissend geweest voor het
aanzicht van de huidige steden en dorpen.
Ruwweg kunnen drie soorten wederopbouw
worden geschetst: een wederopbouw waarbij
recht werd gedaan aan de historie van de stad
(met als voorbeeld Middelburg), een
wederopbouw waarbij keuzes vooruit werden
geschoven (met als voorbeeld Vlissingen) en
een waarbij gekozen werd voor een moderne
stadsontwikkeling (na een trage start kan
Rotterdam daarvoor als voorbeeld dienen).
Een zeer bijzondere manier van wederopbouw
stip ik slechts even aan. In Williamsburg in de
Verenigde Staten (ooit even de hoofdstad) is
een enorm project aan de gang om de
nederzetting helemaal terug te brengen in de
zeventiende-eeuwse staat. Verdwenen
gebouwen keren weer, nadat archeologisch en
historisch onderzoek uitsluitsel had gegeven
over de oorspronkelijke bouw. Een dergelijke
'wederopbouw' was in het Europa van 1945-
1955 niet denkbaar, met uitzondering
misschien van Warschau, maar daar werd dan
ook vreselijk veel internationaal geld in
gestopt. In dit artikel beperk ik mij tot
Middelburg.
Delftse en Bossche School
Op 17 mei 1940 verwoestten
oorlogshandelingen een groot deel van de
Middelburgse binnenstad. Tot dan behoorde
de stad tot de belangrijkste voorbeelden van
een redelijk goed geconserveerde stad met een
deels middeleeuws stratenpatroon, te
vergelijken met Brugge, Amsterdam en Maas
tricht. De bestuurders van de gemeente
moesten in die eerste oorlogsmaanden
beslissen over de toekomst van het verminkte
centrum. Bij de keuze werd uitgegaan van
eerbied voor de historie van de stad, maar
tevens was er aandacht voor nieuwe
ontwikkelingen als de uitbreiding van het
wagenpark, waardoor de straten niet meer te
smal moesten zijn. De plattegrond van het
centrum werd gewijzigd en ingevuld met
bebouwing in een stijl die bekend staat als de
traditionalistische trant, onder meer volgens
opvattingen van de zogenaamde Delftse en
Bossche School. (In dit artikel wordt met het
oog op de leesbaarheid verder alleen over de
Delftse School gesproken.) De Markt werd
DoorksjV n«s»i tie MaHrt van de Pottemnerkt e'
9